Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1875-1900

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 10492
lees meer

Beschrijving

Ensemble van drie neoclassicistischArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. geïnspireerde huizen uit XIX d. Oorspronkelijk telkens drie bouwlagen, vierde bouwlaag toegevoegd aan Nr. 10, en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).

Bepleisterde lijstgevel op arduinen plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel.. Begane grond aanvankelijk met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren., voorzien van rechthoekige muuropeningen en paneeldeur met glasraam in bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.; bij Nr. 8 en 10 in 1955 grondig gewijzigd bij de vestiging van drukkerij Rossel. Op verdiepingen getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in geriemde omlijsting met guirlandesleutel, kordonvormende lekdrempels en panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Nr. 8 met middenrisaliet, resp. balkon en kleiner balkon op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Klassieke gevelbeëindiging.

Bronnen

Archieven
GASJ/DS/OW 1760 (1875), 12051 (1955).