Typologie(ën)
villa
Ontwerper(s)
Léon SMETS – architect – 1920
Stijlen
Traditionalisme
Neobarok
Inventaris(sen)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Sint-Pieters-Woluwe (DMS-DML - 2002-2009, 2014)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2004
id
Urban : 17421
Beschrijving
Villa in traditionalistische stijl met barokke inslag, n.o.v. arch. Léon Smets, 1920.
Eén bouwlaag en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), op souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. en onder hoog mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevels met op onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. hoekkettingen en witstenen vensteromlijstingen. In hoofdgevel, centrale toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. in voorbouw, bestaande uit witstenen portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen. en balustradeHekwerk van spijlen of balusters., lateraal toegankelijk via twee trappen, onder in- en uitzwenkende topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met tweelicht onder oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster..
Eén bouwlaag en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), op souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. en onder hoog mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevels met op onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. hoekkettingen en witstenen vensteromlijstingen. In hoofdgevel, centrale toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. in voorbouw, bestaande uit witstenen portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen. en balustradeHekwerk van spijlen of balusters., lateraal toegankelijk via twee trappen, onder in- en uitzwenkende topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met tweelicht onder oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster..
Bronnen
Archieven
GASPW/DS 8 (1920).