Typologie(ën)

woning

Ontwerper(s)

Henri WELLENSarchitect1928

François DESMETaannemer, timmerman / schrijnwerker1928

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2005

id

Urban : 17266
lees meer

Beschrijving

Huis met Beaux-ArtsArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. inslag gesigneerd rechts op benedenverdieping “WELLENS H / ARCHITECTE” en waarschijnlijk gebouwd door eigenaar en aannemer François Desmet, 1928.

Twee bouwlagen en twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Bakstenen gevel met natuurstenen elementen. Op benedenverdieping drie getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. muuropeningen met hoekkettingAfwisselende opeenvolging van lange en korte zijden van natuurstenen hoekblokken of neggen (geprofileerd) in een bakstenen gevel.. Op verdieping traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) ingeschreven in platte natuurstenen band.  In hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. brede gebogen erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op getrapteGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. lampetNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker. en met drieledige compositie: centraal rondboogvenster onder gebogen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). rustend op pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; kwartcirkelvormige zijkanten onder kwart van koepeldakje. Op linkertravee kleine trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.  waarboven rondboogvormigBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak.. Op basis en bekroning van erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. rijkelijke gebeeldhouwde ornamentatie van bloemen en acanthusbladeren Twee houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap., grootste onder gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening... Oorspronkelijk schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd., garagepoort uitgezonderd.

Bronnen

Archieven
GASPW/DS 340 (1928).