Onderzoek en redactie

2008, 2013

 

Bekijk de weerhouden gebouwen

Lange laan van de Tervurenlaan, via het plateau van Stokkel naar de Grootveldlaan, die in haar verlengde ligt.

De laan is het resultaat van een overeenkomst gedateerd 28.03.1907, gesloten tussen de gemeente Sint-Pieters-Woluwe, de SA d'entreprise de Stockel en Edmond Parmentier (1857 – 1910) waarbij wordt overeengekomen ‘1. de construire deux avenues destinées à relier l'Avenue de Tervueren au hameau de Stockel; 2. de créer des rues nouvelles sur le territoire de Woluwé St. Pierre; 3. d'élargir certaines voies existantes; 4. de supprimer certaines voies et sentiers existantes'. Deze overeenkomst vormt de voorbode van het K.B. van 18.11.1907 dat, enigszins in lichtgewijzigde vorm de overeenkomst vertaalt in de doelstelling om de Tervurenlaan te verbinden met het gehucht Stokkel door twee brede (12 meter) parallelle lanen aan te leggen, welke op hun beurt worden verbonden met (smallere) secundaire straten. In realiteit betreft het de creatie van de assen Edmond Parmentierlaan – Grootveldlaan en, ten oosten hiervan, de A. Madouxlaan – Orbanlaan. Vervolgens de verlenging van de David Van Beverstraat (zie deze straat) aansluitend op de toekomstige Ed. Parmentierlaan, de Mareydestraat, de verbreding van de Streekweg, of huidige Louis Jasminlaan (zie deze straat), voor het stuk gelegen tussen de Grootveldlaan en de Orbanlaan en overeenkomend met de huidige Pololaan, en ten slotte de luchtvaartlaan. De plannen als bijlage bij dit K.B. werden opgemaakt door Architect Raymond Foucart. De aanlegwerken werden waarschijnlijk uitgevoerd vanaf 1909 en waren voltooid voor 1912. Bijgevolg ging de gemeente Sint-Pieters-Woluwe over tot de gedeeltelijke afschaffing van de buurtwegen n°8, 22 en 15 en de volledige opheffing van voetwegen n°40 en n°42 zoals aangeduid in de buurtwegenatlas van 1847.

Algemeen aanlegplan van de assen Edmond Parmentierlaan - Grootveldlaan en A. Madouxlaan - Orbanlaan bijgevoegd bij het K.B. van 18.11.1907, GASPW/DS rooilijnen 4 Parmentier - Grandchamp.

Ze is genoemd naar de initiatiefnemer, grondbezitter en aannemer Edmond Parmentier (1857 – 1910), die haar aanlegde. Deze belangrijke persoonlijkheid verwezenlijkte vanaf 1895 een groot deel van de werken van de Tervurenlaan. Hij woonde aanvankelijk op het privédomein, thans het park dat zijn naam draagt, gelegen ten zuiden aan het begin van de laan (zie Parmentierpark).


Met uitzondering van het eerste bouwblok aan pare zijde, is het eerste deel van de laan overwegend bebouwd met woningen van voor 1914. Het betreft burgerwoningen in eclectische stijl met asymmetrische compositie, soms met pittoresk karakter van drie bouwlagen hoog. Het merendeel van deze woningen zijn bewaard zoals het geheel gevormd door nr. 20, 22 en 24 op de hoek met de Kellestraat uit 1909 (zie deze nummers), de nr. 26 (zie dit nummer), de nr. 28 in neoclassicistische stijl (1908) en de huizen van nr. 30 tot 34 (zie deze nummers). De onpare zijde van de laan kent vanaf het tweede deel van de laan sporadisch enkele vooroorlogse gebouwen in variërende stijlen zoals de nr. 93 (architect François Van Vlasselaar, 1912), nr. 95 (ca. 1910) en de nr. 97 (zie dit nummer).

Edmond Parmentierlaan 54, opstanden, GASPW/DS 171 (1924).

De grootste bouwfase situeert zich in het interbellum waarbij rijwoningen, villa's – vrijstaand of halfopen – en appartementsgebouwen in art deco of (getemperd) modernisme worden voorzien zoals de woning op nr. 117 (1936) n.o.v. lokaal architect Robert Thoelen met een opmerkelijke inkompartij bestaande uit grote gebogen muurdammen naar een opengewerkte bewaarde deur. Laatstgenoemde zal verder in de laan een villa in meer uitgesproken modernistische stijl bouwen in opdracht van zijn schoonvader (zie nr. 177). Ook architect Josse Goffin laat zich opmerken door een geheel van een woning en villa voor eenzelfde familie uit 1939 (nr. 119, 121) nadat hij al een villa had gebouwd in 1931 op nr. 56 (zie dit nr.), eveneens voor dezelfde eigenaar. De gebouwen vertonen gelijkaardige kenmerken en verzorgde afwerking, het eerstgenoemde geheel beschikt nog over hun oorspronkelijke deuren met smeedijzerwerk. De vooroorlogse villa in cottagestijl of met invloeden ervan wordt ook tijdens het interbellum, vooral in het begin van de jaren 1920, veelvuldig aangewend, meestal in halfopen bebouwing zoals de nr. 54 n.o.v. ingenieur J. Petryns (1924); de nr. 113 (1931), de nr. 110 (1921) gebouwd voor een lid van de familie Parmentier. De huizen ontworpen door de architect Jean-François Hoeben uit 1932 (zie nr. 10), de architect Adolphe Staatje uit 1935 (zie nr. 16) onderscheiden zich duidelijk van deze pittoreske villabouw. Deze bouwperiode introduceert vanaf de jaren 1930 het bescheiden appartementsgebouw in de laan zoals de nr. 6 (n.o.v. architect E. Brialmont, 1932) met betonnen pergolaconstructie voor de hoogste terugwijkende bouwlaag of op nr. 131 (architect J.J. Eggericx, 1932), een klein appartementsgebouw van slechts twee bouwlagen.

De gebroeders Albert en Victor Verbist, lokale aannemers woonachtig in de vlakbij gelegen Kellestraat, waren in de tweede helft van de jaren 1920 bijzonder actief in deze laan. Hun realisaties bevinden zich niet toevallig aan het begin van de laan. De nr. 2, 4, 8, 14 en, verderop in de straat het geheel gevormd door nr. 106, 108 zijn van hun hand. De villa die hun vader, architect-landmeter Alexandre Verbist voor eigen rekening bouwde in 1908, bevond zich op nr. 36, maar werd in 1974 gesloopt om plaats te maken voor een appartementsgebouw.

Edmond Parmentierlaan 36 (afgebroken). Opstanden voor- en zijgevel van de villa van aannemer Alexandre Verbist, GASPW/DS 514 (1908).

Naast lokale architecten en aannemers welke vaak voor eigen rekening investeerde in kleine vastgoedoperaties is ook projectontwikkelaar Laurent Crombé het vermelden waard (zie ook Pierre Delacroixstraat nr. 6-10 en Rémi Fraeymanstraat nr. 13 tot 21, vml. fabriek en villa Tackels en de Kellestraat). Samen met architect Henry Nagels bouwt hij tussen 1921-1922 een geheel bestaande uit een opbrengsteigendom met café en burgerwoningen (Ed. Parmentierlaan nr. 179 – Mareydestraat 1, Ed. Parmentierlaan 181, 185, 189 en Mareydestraat nr. 3, 7, 9, 11 en 13) en een villa in cottagestijl (zie nr. 187).

Een geheel van woonhuizen (nr. 96 tot 104), in 1921 ontworpen door architect Jean Combaz, onderscheidt zich niettemin door het kenmerkende gebruik van in elkaar grijpende snelbouw blokken in beton, geïndustrialiseerd door de fabriek Raymond Levie in Ollignies-Lessines.

De elektrische lijn tussen Oudergem en Tervuren omstreeks 1930, rechts het elektrisch onderstation (Verzameling Dexia Bank ARB-BHG).

Op nr. 2a stond een elektrisch onderstation om de voormalige spoorlijn Brussel-Tervuren van stroom te voorzien. Na de afschaffing van de lijn in 1958 voor het reizigersvervoer en in 1970 voor het goederenvervoer, werd de lijn definitief afgeschaft in 1972 met als gevolg de ontmanteling ervan, zodoende werd ook dit gebouw in 1989 gesloopt. Op nr. 92 (1929) bevond zich in het interbellum een borduuratelier.

Enkele appartementsgebouwen van latere datum vervolledigen het landschap van de laan. Onder meer een appartementsgebouw op nr. 150 (architect Marc Corbiau, 1991).

Bronnen

Archieven
GASPW/DS Rooilijnen 4 Parmentier – Grandchamps.
GASPW/DS 2a: 13 (1931), 264 (1989); 2: 293 (1927), 264 (1932); 4: 323 (1929); 6: 169 (1932); 8: 33 (1928); 14: 91 (1928); 28: 522 (1908); 36: 514 (1908), 172 (1974); 54: 171 (1924); 92: 213 (1929); 93: 75 (1912), 160 (1925); 95: 15 (1920), 172 (1924); 96 tot 104: 126, 127(1921); 106, 108: 196 (1924); 110: 161 (1921), 254 (1926), 282 (1935); 113: 129 (1931); 117: 205 (1936); 119: 84 (1939); 121: 277 (1939); 131: 167 (1932); 150: 253 (1990); 179, 185: 216 (1922); 181, 183: 303 (1922); 189: 173 (1921); Mareydestraat nr. 3-5, 7, 9-11: 337 (1922)..

Publicaties en studies
2A
: Inventaire visuel de l'architecture industrielle à Bruxelles. Woluwé-Saint-Lambert, Woluwé-Saint-Pierre et Evere, AAM, 1980-1982, fiche 50.