Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Georges COCHAUX (-SEGARD)architect1899

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Sint-Joost-ten-Node (DMS-DML - 1994-1997)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 10773
lees meer

Beschrijving

Huis met oorspronkelijk twee, heden drie bouwlagen (1912) en twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) n.o.v. arch. G. COCHAUX van 1899.

Bakstenen lijstgevel horizontaal geritmeerd door banden in natuursteen en verticaal accent door lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries). aan weerszijden van de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel.. Arduinen plint met breed getralied keldervenster. Houten paneeldeur waarvan centraal beglaasd deel met art-nouveausmeedwerk; rondbogig bovenvenster met glas-in-lood waarop een harp geschilderd staat, bekroond door een omgekeerd gebogen waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. en een smal bovenvenster. Korfboogvormige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. in geëmailleerde baksteen, in de bredere hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. voorafgegaan door balkons van verschillende afmetingen op arduinen consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. in art-nouveaustijl, voorzien van gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. leuningen.

Oorspronkelijke bekronende boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen. en zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. verdwenen na toevoeging van de derde bouwlaag in 1912. Heden getrapte baksteenfries en houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op uitgelengde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief..

Bronnen

Archieven

GASJ/DS/OW 5719 (1899), 8502 (1912).