Typologie(ën)
appartementsgebouw
Ontwerper(s)
Jacques SAINTENOY – architect – 1939
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Modernisme
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
Onderzoek en redactie
1997-2004
id
Urban : 9347
Beschrijving
Groot modernistischInternationale stijl (vanaf ca. 1920) waarbij het functionele primeert op de vorm. Wordt gekenmerkt door een rationeel grondplan, eenvoudige geometrische vormen, platte daken en het gebruik van moderne materialen zoals gewapend beton. appartementsgebouw, gedateerd en gesigneerd op gevel "jacques saintenoy arch. 1939".
Acht bouwlagen onder plat dak, laatste bouwlaag in attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt.. Spel van uit- en inspringende volumes. Symmetrische bakstenen gevel met simili-natuurstenen elementen. Rechthoekige muuropeningen. Vooruitspringende hardstenen sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. met metalen reling. Twee eerste bouwlagen lichtjes vooruitspringend. Centraal monumentaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. doorgang geflankeerd door zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. met inscriptie "institut meurice". Deze leidt naar de koer die uitgeeft op dit instituut, dat op grondgebied van Elsene ligt. Aan weerszijden van doorgang inspringende toegangsportalen. Het doorlopend balkon in de derde bouwlaag vormt scheiding tussen onderste en bovenste bouwlaag. Deze zijn geritmeerd door gebruik van open en gesloten volumes: balkons, erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., loggia'sOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw., onderling verbonden door doorlopende borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en georganiseerd volgens spiegelbeeldschema. Afgeronde balkons en metalen reling geven geheel een gestroomlijnd uitzicht. Bovenste bouwlaag heeft zelfde type balkons maar minder uitspringend. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. achtergevel gekenmerkt door twee trapezoïdale torentjes waarin trappenhuizenGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht., over de hele hoogte opengewerktOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. in vensterregisterDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters..
In 1947 bouwde SAINTENOY garages op achterplaats.
Acht bouwlagen onder plat dak, laatste bouwlaag in attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt.. Spel van uit- en inspringende volumes. Symmetrische bakstenen gevel met simili-natuurstenen elementen. Rechthoekige muuropeningen. Vooruitspringende hardstenen sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. met metalen reling. Twee eerste bouwlagen lichtjes vooruitspringend. Centraal monumentaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. doorgang geflankeerd door zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. met inscriptie "institut meurice". Deze leidt naar de koer die uitgeeft op dit instituut, dat op grondgebied van Elsene ligt. Aan weerszijden van doorgang inspringende toegangsportalen. Het doorlopend balkon in de derde bouwlaag vormt scheiding tussen onderste en bovenste bouwlaag. Deze zijn geritmeerd door gebruik van open en gesloten volumes: balkons, erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., loggia'sOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw., onderling verbonden door doorlopende borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en georganiseerd volgens spiegelbeeldschema. Afgeronde balkons en metalen reling geven geheel een gestroomlijnd uitzicht. Bovenste bouwlaag heeft zelfde type balkons maar minder uitspringend. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. achtergevel gekenmerkt door twee trapezoïdale torentjes waarin trappenhuizenGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht., over de hele hoogte opengewerktOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. in vensterregisterDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters..
In 1947 bouwde SAINTENOY garages op achterplaats.
Bronnen
Archieven
GASG/DS 247 (1938), 10 (1947).