Stijlen
Eclectisme
Onderzoek en redactie
1997-2004
id
Urban : 6351
Beschrijving
Schoolcomplex in eclectische stijl met polychroom parementGangbaar geveltype in België tussen 1890 en 1914, gekenmerkt door een speelse verwerking van kleurrijke materialen en tal van ornamenten; vaak gevels met een asymmetrische compositie., 1894.
Drie bouwlagen en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Oorspronkelijk omvatte het gebouw aan de straatkant slechts vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) rechts, en twee bouwlagen. Linkertravee gebouwd, ook met twee bouwlagen, ter vervanging van omheiningsmuur met koetspoort (1901). Gebouw verhoogd met bouwlaag onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. (1914).
Bakstenen gevel met wit- en hardstenen elementen. Rechthoekige muuropeningen, met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. op benedenverdieping, links drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder I-balkIJzeren latei met I-profiel. in derde bouwlaag. Sierankers.
Achtergebouw gelegen tussen twee speelplaatsen; oorspronkelijk bestaande uit vleugel parallel aan Montenegrostraat, in 1901 uitgebreid met tweede loodrecht geplaatste vleugel met dezelfde kenmerken: negen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en twee bouwlagen, bakstenen gevels met hardstenen banden, getoogde muuropeningen.
Drie bouwlagen en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Oorspronkelijk omvatte het gebouw aan de straatkant slechts vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) rechts, en twee bouwlagen. Linkertravee gebouwd, ook met twee bouwlagen, ter vervanging van omheiningsmuur met koetspoort (1901). Gebouw verhoogd met bouwlaag onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. (1914).
Bakstenen gevel met wit- en hardstenen elementen. Rechthoekige muuropeningen, met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. op benedenverdieping, links drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder I-balkIJzeren latei met I-profiel. in derde bouwlaag. Sierankers.
Achtergebouw gelegen tussen twee speelplaatsen; oorspronkelijk bestaande uit vleugel parallel aan Montenegrostraat, in 1901 uitgebreid met tweede loodrecht geplaatste vleugel met dezelfde kenmerken: negen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en twee bouwlagen, bakstenen gevels met hardstenen banden, getoogde muuropeningen.
Bronnen
Archieven
GASG/DS 3580 (1894), 3629 (1894), 184 (1901), 302 (1901), 203 (1914).