Typologie(ën)

opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak

Ontwerper(s)

Stijlen

Eclectisme

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 4605
lees meer

Beschrijving

Huis in eclectische stijl met polychroom parementGangbaar geveltype in België tussen 1890 en 1914, gekenmerkt door een speelse verwerking van kleurrijke materialen en tal van ornamenten; vaak gevels met een asymmetrische compositie. en symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., 1905.

Vier bouwlagen; centrale toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. breder op verdiepingen Bakstenen gevel met elementen in hardsteen en witte baksteen. Benedenverdieping oorspronkelijk met centrale winkelpui tussen twee deuren, maar gewijzigd in art-decostijl (1934): centraal portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met getande dagkantenBinnenkant (tussen muurvlak en kozijn) van de stijlen van een muuropeningen; soms geprofileerd of afgeschuind. en onder luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. en klein impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak., en tussen twee getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Op verdiepingen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) tussen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder polychrome steek- of rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft.; in centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst., soms met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt., met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). bekleed met PVC. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .

Bronnen

Archieven
GASG/DS 229 (1905), 296 (1934).