Onderzoek en redactie

1997-2004

 

Bekijk de weerhouden gebouwen
Van Ducpétiauxlaan naar Adolphe Demeurlaan; kruist Antoine Bréartstraat en Savoiestraat Rechtlijnig tracé, evenwijdig met Waterloosesteenweg.

Geografische benaming. Voormalige buurtweg Hoeiweg (Monikkenpad) en vervolgens Windmolenpad. Aanleg huidige straat goedgekeurd bij K.B. van 30.04.1894, uitgevoerd krachtens beslissing van gemeenteraad van 20.03.1896.

Bebouwd tussen 1896 en 1906. Hoofdzakelijk vrij bescheiden eengezinswoningen waarvan oorspronkelijke kenmerken en verhoudingen bewaard zijn gebleven.

Overwegend sobere gevels in eclectische stijl met polychroom parement en asymmetrische compositie: nr. 32 (1898), voorheen met dakvenster in puntgevel, 40 (1901), op hoek van Savoiestraat nr. 9-11, 45 (1902), op hoek van Savoiestraat nr. 13, 69 (1897), 95 (1898) alle vijf verhoogd met verdieping; bewaard ramen en borstwering verdwenen op nr. 90 (1898); op nr. 101 en 103, gekoppelde huizen van 1896; gevel van nr. 112 (1896, gelijkend op nr. 110, zie notitie) bekleed met 'Vilvordit' platen sinds 1958; op nr. 35 (1897), hoekgebouw nr. 42-44 (1896), oude kroeg, nr. 113 (1896) en nr. 105 (1896) gekalkt, eerste drie verdiepingen wit, vierde verdieping rood.

Enkele huizen met neoclassicistische inslag: nr. 2-4 en 6 (1904); nr. 30 (1898) met glas-in-lood in impostvenster, en 36 (1897) beide bekleed met briketten; nr. 39-41 (1900), voorheen opbrengsthuis, verhoogd met mansarde (1929); nr. 51 (1898); nr. 43 (1902) gekenmerkt door houten erker; op nr. 62 (1896) met keramiektegels versierde panelen in hoofdgestel; nr. 71 (1898); nr. 75 (1902), venster op benedenverdieping omgebouwd tot garagepoort (1986), vervolgens opnieuw tot venster (1992); nr. 76-78 (1901), hoekgebouw met A. Bréartstraat, winkelpui met uitstalramen tussen pilasters; nr. 82-84 (1898) en 86-88 (1902) voorheen winkelpui met centraal uitstalraam tussen twee deuren; nr. 96 (1897).

Bronnen

Archieven
GASG/DS 2-4, 6: 249 (1904); 30: 1184 (1898); 32: 1459 (1898), 188 (1923); 35: 1003 (1897); 36: 1013 (1897); 39-41: 2290 (1900), 81 (1929); 42-44: 672 (1896); 43: 170 (1902); 51: 1179: (1898); 62: 438 (1896); 69: 1062 (1897); 71: 1283 (1898); 75: 49 (1902), 1 (1986), 27 (1992); 76-78: 230 (1901); 82-84: 1908 (1898); 86-88: 391 (1902); 90: 1397 (1898); 96: 800 (1897); 101: 663 (1896); 103: 570 (1896); 105: 539 (1896); 112: 616 (1896), 103 (1958); 113: 969 (1896).

Publicaties en studies
Saint-Gilles. Ensembles urbanistiques et architecturaux remarquables, ERU asbl, Brussel, 1988, p. 105.

Tijdschriften
DONS, R., “Obbrussel-st-Gilles et son réseau de communications. Des origines à 1900 environ”, Cahiers bruxellois, t. XXVIII, 1987, p. 27.