Voormalige chocolaterie-confiserie Senez-Sturbelle
Van Schoorstraat 61-61a
Paviljoenstraat 55-61-63
Typologie(ën)
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1870-1875
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Inventaris(sen)
- Inventaris van de Industriële Architectuur (AAM - 1980-1982)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Landschappelijk Een landschap is een gebied, zoals waargenomen door de mens, waarvan het karakter het resultaat is van ondernomen actie en interactie van natuurlijke en/of menselijke factoren. Het is een schaalbegrip bestaande uit verschillende (erfgoed)componenten, die elk, al of niet hun intrinsieke waarde hebben, maar alles samen tot een groter meerwaardegeheel verheffen én dat dit ook zo word gepercipieerd vanop een bepaalde afstand. Wijde stadspanorama’s zijn het landschap bij uitstek, denken we bijvoorbeeld het zicht over de benedenstad van Brussel vanop het Koningsplein, maar ook op kleinere schaal kunnen dergelijke uit verschillende samengestelde componenten landschappen voorkomen.
- Wetenschappelijk Over het algemeen gebruikt om natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden te waarderen in hun botanische kwaliteiten. Binnen de context van een onroerend goed kan het de aanwezigheid van een (bouw)element (bijzonder materiaal, experimenteel materiaal, bouwprocédé of -component) of getuigenis van een ruimtelijk-structurele ruimte (stedenbouwkundig) waarvan het behoud moet worden overwogen met het oog op wetenschappelijk onderzoek.
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroeg gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (> engineering), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan mbt een wetenschappelijke waarde.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Gelegen op een uitgestrekt hoekperceel, complex van een voormalige chocolaterie-confiserie, gebouwd begin jaren 1870 en herhaaldelijk vergroot tot in 1914; in 2002 werd het complex gerenoveerd en tot woningen en kantoren herbestemd.
Geschiedenis
Begin jaren 1870 werd een eerste fabriek van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en twee bouwlagen (A) gevestigd rechts van nr. 59 Van Schoorstraat. Na 1881 was het eigendom gelegen op een smal perceel aan de kant van de Paviljoenstraat. Er werden bijgebouwen opgetrokken die vanaf 1888 werden vergroot, waaronder een magazijn (B) en een grote remise (C). Tussen 1893 en 1899 werd het perceel aan de Paviljoenstraat rechts uitgebreid; de gebouwen aan deze zijde zijn ondertussen gesloopt (E). In 1896 werd de fabriek (A) verhoogd met één bouwlaag, net als het magazijn achteraan (B) twee jaar later. In 1899 werd het aanpalende huis rechts (A1) na een grondige verbouwing in het complex geïntegreerd, waardoor het geheel werd uitgebreid met twee identieke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). In 1903, verhoging (D) en uitbreiding (D1) van een blok magazijnen achter de fabriek. In 1904 werd de fabriek nogmaals uitgebreid, op de plaats van drie gesloopte woningen in de Van Schoorstraat (A2). Het geheel werd uitgebreid met vijf analoge traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en kreeg tevens een vierde bouwlaag. In 1910 breidde aannemer Guillaume Pater de confiserie nogmaals uit met een volume van tien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van hetzelfde type (A3): drie aan de Van Schoorstraat, drie op de hoek, en vier aan de Paviljoenstraat, gevolgd door een inrijpoort. Deze poort werd ingewerkt in een traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) die vóór 1935 werd toegevoegd. Pater, die een gevel met zichtbare bakstenen wou, bikte waarschijnlijk de bestaande gevel af om hem bij zijn nieuwe volume te laten aansluiten. In 1914 werd het achtergebouw op nr. 57 Paviljoenstraat (D2) gekocht en heropgebouwd om het in het blok magazijnen (D-D1) in te werken. In 1970 werd het complex gekocht door het Gemeentekrediet, dat er een archiefdepot vestigde. In 2002 werden de voormalige fabriek en de woning op nr. 61 Paviljoenstraat verbouwd tot een ruimte voor kantoren en woningen (n.o.v. architect Xavier de Wil). De renovatie omvatte de sloop van de gebouwen aan de Paviljoenstraat (E).
Beschrijving
Gebouw aan de straatkant (A-A3)
Hoewel het in verscheidene fases werd gebouwd, heeft het hoofdgebouw van de voormalige chocolaterie-confiserie een uniforme gevel in eclectische stijl met classicistische inslag. Vier bouwlagen onder plat dak en veertien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de Van Schoorstraat, drie op de hoek, en vijf aan de Paviljoenstraat. Bakstenen gevel met hardstenen elementen. De eerste elf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) waren wellicht oorspronkelijk bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en werden in 1910 afgebikt. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met verdiepte schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren., de toegangstraveeënTravee waarin de toegang is ondergebracht. lichtjes risaliterend, onder een bekroning oorspronkelijk onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Steekboogvormige muuropeningen met baksteenpatronen. De bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. van de eerste vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) zijn oorspronkelijk, met elementen in hardsteen en geflankeerd door ankers. Deuren onder geschilderd opschrift “Confiserie / SENEZ-STURBELLE”, behalve aan de Paviljoenstraat. De tweede deur aan de Van Schoorstraat vervangt het oorspronkelijke vensterLicht- en/of luchtopening in een muur., waarschijnlijk sinds de jaren 1950. Op de hoek, garagepoort die een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. vervangt. Getraliede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
Gebouw binnen het huizenblok (D-D2)
Voormalig magazijn, gebouwd in drie fases, met thans aan de Paviljoenstraat een uniforme beschilderde gevel van vier bouwlagen en zes ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder plat dak. Centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) voorzien van een portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. en brede T-vormige muuropeningen, onder I-balkIJzeren latei met I-profiel.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
Bronnen
Archieven
GAS/DS 269-61, 211-57, 211-55-63.
Publicaties en studies
CULOT, M. [red.], Schaerbeek. Inventaire visuel de l'architecture industrielle à Bruxelles, AAM, Brussel, 1980-1982, fiche 6.
Tijdschriften
MERTENS, A., ROZEZ, “Van Schoor (rue)”, Annuaire du Commerce et de l'Industrie de Belgique, Province de Brabant, Bruxelles et sa banlieue, Brussel, Établissements généraux d'imprimerie, 1870, 1873.
Kaarten / plannen
Plan de la commune de Schaerbeek 1876, Nationaal Geografisch Instituut.
Bruxelles et ses environs, Militair Cartografisch Instituut, 1881.
Bruxelles et ses environs, Militair Cartografisch Instituut, 1893.
Plan de la commune de Schaerbeek 1899.