Typologie(ën)

driegevelvilla
kliniek/hospitaal/ziekenhuis

Ontwerper(s)

Fernand DE PAUWarchitect1926

Philippe DUMONTarchitect1954

Philippe DUMONTarchitect1961

José VANDEN BOSSCHEarchitect1961

Stijlen

Art deco

Inventaris(sen)

  • Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Landschappelijk
  • Sociaal
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2012-2013

id

Urban : 22205
lees meer

Beschrijving

Op de hoek met de Lambermontlaan, villa in art-decostijl oorspronkelijk in halfopen bebouwing, n.o.v. architect Fernand De Pauw, 1926.
Werd omgevormd tot kraamkliniek in 1947 en dan uitgebreid in de Penseestraat in analoge stijl, een eerste keer in 1954 (n.o.v. architect Philippe Dumont), een tweede keer in 1961 (n.o.v. architecten Philippe Dumont en José Vanden Bossche), ten koste van de garage en van de villa met nr. 5 (n.o.v. architect Fernand Verdin, 1923).

De oorspronkelijke villa had twee bouwlagen onder overstekend schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde. en bestond uit twee aaneenpalende volumes, dat links met dakterras, dat rechts inspringend, met mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Bakstenen gevels met witstenen elementen. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van veelkleurige zandsteen en marmer. Opstand geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en inspringende muurvlakken.

Linkervolume van twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) langs elke weg, verbonden door een hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw.. Trapezoïdale eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) langs de Lambermontlaan geflankeerd door geprofileerde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) langs de straat voorzien van twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verdieping en op de benedenverdieping van een brede glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. onder I-balkIJzeren latei met I-profiel. achter een terras met zware opengewerkte marmeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en zijtrap.
Rechtervolume van twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), dat links achter een uitspringende portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. bekroond door een terras met stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en voorzien van twee vrije muuropeningen. Rechtertravee met getraliede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping en een breder vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verdieping.
Glasdeur in het linkervolume en de portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. verenigd door een decor van pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met geometrische versiering, op de hoek onder acroterie met bloemenkorf. In het linkervolume, brede gemetselde dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. langs elke weg. In het rechtervolume, achthoekige œil-de-bœuf boven een attiekmuurtje met topstuk met bloemen en houten dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Smeedijzeren traliewerk. Deur vervangen. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. op de verdieping bewaard.
Trapezoïdale toegangsportiek van de villa in baksteen en witsteen op onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van zandsteen.

Grote bijgebouwen uit 1954 en 1961, met elk vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en drie bouwlagen onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde., de laatste als attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt..

Interieur van de villa gedeeltelijk bewaard, vierkante hal gelambriseerd met witgeaderd zwart marmer, onder een plafond met vergulde mozaïek. TrappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met raam, plint in hetzelfde marmer en smeedijzeren leuning met volutes.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 213-1-3.