Onderzoek en redactie

2010-2012

 

Bekijk de weerhouden gebouwenDe Léon Mahillonlaan begint aan het Ardense Jagersplein en mondt uit op het kruispunt gevormd door de Topaaslaan, de Milcampslaan en de Smaragdlaan. Ze kruist de Félix Marchallaan, de Victor Hugostraat en de Diamantlaan.

De laan werd in twee fases aangelegd. Het tracé van het eerste gedeelte, dat toen tussen de Notelaarstraat en de Victor Hugostraat liep, werd vastgelegd bij K.B. van 18.10.1902, samen met dat van twee andere lanen – de Charbolaan en de Félix Marchallaan – die langs de in 1894 ingehuldigde Prins Boudewijnkazerne lopen. Deze twintig meter brede lanen werden aangelegd krachtens een overeenkomst die in 1901 werd gesloten tussen de gemeente en de Staat, die de helft van de prijs van hun aanleg voor haar rekening nam. Dit eerste stuk werd geopend in 1904-1905. Pas in 1946 werden de eerste nummers aan de pare zijde, tot aan de Charbolaan, in het nieuwe Ardense Jagersplein geïntegreerd.

Plan van 1901 welke het tracé van de nieuwe straten langs de Prins Boudewijnkazerne vastlegt, waaronder de Léon Mahillonlaan, toen gaande van de Notelaarstraat tot de toekomstige Victor Hugostraat, GAS/OW Infrastructuur 180.

Het tracé van het tweede gedeelte van de laan is opgenomen in het stratenplan van de Linthoutwijk, dat in 1903-1904 werd getekend door Octave Houssa, ingenieur van de gemeentelijke dienst Openbare Werken, goedgekeurd bij K.B. van 24.06.1904, en definitief goedgekeurd bij K.B. van 21.04.1906, samen met drie andere nieuwe Schaarbeekse wijken, Monrose, Josaphatdal en Monplaisir-Helmet. Dit gedeelte werd vanaf 1908 geopend; de wegenwerken werden voltooid in 1913.

De naam van de laan werd toegekend tijdens de gemeenteraadszitting van 25.03.1902 op voorstel van de Schaarbeekse Haard. Hij is een eerbetoon aan een geniekapitein, professor aan de Militaire School en oprichter van het werk der Werkmanswoningen (Sint-Jans-Molenbeek, 1854 – Brussel, 1896).

Deze residentiële laan werd hoofdzakelijk bebouwd tussen 1908 en 1912, met huizen en opbrengsthuizen in eclectische stijl. Verscheidene huizenrijen vormen bijzonder homogene architecturale gehelen: die gevormd door nr. 23 tot 33 (zie deze nummers), maar ook twee grote gehelen ontworpen in 1911 voor de coöperatieve verzekeringsmaatschappij La Populaire. Het eerste werd ontworpen door architect Théodore Semaille (zie Léon Mahillonlaan nr. 44 tot 58-60 en Victor Hugostraat nr. 70-72), het tweede door architect René Doom (zie Léon Mahillonlaan nr. 62 tot 82 en Diamantlaan nr. 60). Vermelden we eveneens nr. 39 tot 45, in 1910 ontworpen door architect Pierre Decnop voor aannemer J.-B. Decnop, nr. 73 en 75 (n.o.v. architect Charles Rifflart, 1910), en nr. 40-42 (ca. 1910), op de hoek met de Victor Hugostraat. De tegenover elkaar liggende nr. 30-32 en 57-59 werden vanaf 1902 ontworpen voor de Schaarbeekse Haard, samen met verscheidene groepen woningen in de Victor Hugostraat (zie deze straat); het tweede gebouw werd in 1968 heropgebouwd (Groupe Structures).

Aan het einde van de laan verrijzen huizen en appartementsgebouwen ontworpen tijdens het interbellum, vaak met art-decokarakter. Vermelden we hieronder de huizengroep van nr. 123 tot nr. 127 (zie deze nummers).

Bronnen

Archieven
GAS/DS 39 tot 45: 168-39-45; 57-59: 168-57-59; 73: 168-73; 75: 168-75.
GAS/OW 168.
GAS/OW Infrastructuur 180.
GAS/Bulletin communal de Schaerbeek, 1901, pp. 545-554, 1052-1055; 1902, p. 684; 1904, pp. 806-809.
Huis der Kunsten van Schaarbeek/lokaal fonds.

Publicaties en studies
FISCHER, F., Notice sur les grands travaux de Schaerbeek (Premier Congrès international et Exposition comparée des Villes), Brussel, Imprimerie Ferdinand Denis, 1913, p. 6, 13 in: Bulletin communal de Schaerbeek, 1913, p. 438.

Kaarten / plannen
HOUSSA, O., Plan des transformations de la commune de Schaerbeek, 1903 (Huis der Kunsten van Schaarbeek).
HOUSSA, O., Plan no 2. Commune de Schaerbeek. Quartier de Linthout. Projet d'avenues et rues nouvelles, 26.09.1904 (GAS/OW).