Onderzoek en redactie
2010-2012
Bekijk de weerhouden gebouwen
De Alexandre Markelbachstraat verbindt het kruispunt gevormd door de Clayslaan, de Gustave Fussstraat en de Trooststraat met de Rogierlaan. Ze kruist het Kolonel Bremerplein en de Grote Bosstraat.
De straat ligt in de Monrosewijk en bestond al vóór het stratenplan van die wijk, definitief goedgekeurd bij K.B. van 21.04.1906. Haar aanleg tussen de Trooststraat en de Grote Bosstraat werd uitgevaardigd bij K.B. van 05.05.1898 en omvatte de verbreding met veertien meter en de verlenging van de Vinckenberggang, een korte weg die vóór 1858 loodrecht op Trooststraat was aangelegd en waarlangs enkele arbeiderswoningen stonden. In 1901 werd de straat met een laatste deel verlengd tot aan de Rogierlaan.
Haar naam is een eerbetoon aan de schilder Alexandre Markelbach (Antwerpen, 1824 – Schaarbeek, 1906), gemeenteraadslid in Schaarbeek van 1879 tot 1890.
De residentiële straat werd in drie grote fases bebouwd. De eerste woningen, in eclectische stijl, werden opgetrokken tussen 1900 en 1914, vooral in het laatste straatdeel, dat in die periode volledig werd bebouwd. Het eclecticisme wordt er beïnvloed door de geometrische art nouveau op nr. 76 (zie dit nummer), een huis gebouwd in 1907 n.o.v. architect Édouard Courtenay, ontwerper van verscheidene andere huizen in de straat, waaronder nr. 72 (1922). De rest van de straat werd grotendeels tijdens het interbellum bebouwd. De eclectische stijl overheerst er, vaak met invloed van de Beaux-Artsstijl, zoals op nr. 31 (n.o.v. architect J. Diongre, 1924) en 64 (n.o.v. architect Paul Slenter, 1926), of van de art deco. Vermelden we op nr. 96 een huis met neorenaissance-invloed uit 1933 (n.o.v. architect Charles Van Elst). Op nr. 113 vormt een imposant appartementsgebouw van zes verdiepingen in art-decostijl de hoek met de Grote Bosstraat (n.o.v. architect R. Cornil, 1930). Het modernisme met invloed van de pakketbootstijl wordt door twee gebouwen vertegenwoordigd: nr. 79 (n.o.v. architect A. Van Doren, 1933) en het huis op de hoek met de Clayslaan (zie nr. 2-2a-4). Een derde bebouwingsfase vond in de jaren 1940 en 1950 plaats; ze werd hoofdzakelijk gekenmerkt door kleine woongebouwen van twee verdiepingen.
De straat ligt in de Monrosewijk en bestond al vóór het stratenplan van die wijk, definitief goedgekeurd bij K.B. van 21.04.1906. Haar aanleg tussen de Trooststraat en de Grote Bosstraat werd uitgevaardigd bij K.B. van 05.05.1898 en omvatte de verbreding met veertien meter en de verlenging van de Vinckenberggang, een korte weg die vóór 1858 loodrecht op Trooststraat was aangelegd en waarlangs enkele arbeiderswoningen stonden. In 1901 werd de straat met een laatste deel verlengd tot aan de Rogierlaan.
Haar naam is een eerbetoon aan de schilder Alexandre Markelbach (Antwerpen, 1824 – Schaarbeek, 1906), gemeenteraadslid in Schaarbeek van 1879 tot 1890.
De residentiële straat werd in drie grote fases bebouwd. De eerste woningen, in eclectische stijl, werden opgetrokken tussen 1900 en 1914, vooral in het laatste straatdeel, dat in die periode volledig werd bebouwd. Het eclecticisme wordt er beïnvloed door de geometrische art nouveau op nr. 76 (zie dit nummer), een huis gebouwd in 1907 n.o.v. architect Édouard Courtenay, ontwerper van verscheidene andere huizen in de straat, waaronder nr. 72 (1922). De rest van de straat werd grotendeels tijdens het interbellum bebouwd. De eclectische stijl overheerst er, vaak met invloed van de Beaux-Artsstijl, zoals op nr. 31 (n.o.v. architect J. Diongre, 1924) en 64 (n.o.v. architect Paul Slenter, 1926), of van de art deco. Vermelden we op nr. 96 een huis met neorenaissance-invloed uit 1933 (n.o.v. architect Charles Van Elst). Op nr. 113 vormt een imposant appartementsgebouw van zes verdiepingen in art-decostijl de hoek met de Grote Bosstraat (n.o.v. architect R. Cornil, 1930). Het modernisme met invloed van de pakketbootstijl wordt door twee gebouwen vertegenwoordigd: nr. 79 (n.o.v. architect A. Van Doren, 1933) en het huis op de hoek met de Clayslaan (zie nr. 2-2a-4). Een derde bebouwingsfase vond in de jaren 1940 en 1950 plaats; ze werd hoofdzakelijk gekenmerkt door kleine woongebouwen van twee verdiepingen.
Bronnen
Archieven
GAS/DS 31: 183-31; 64: 183-64; 72: 183-72; 79: 183-79; 96: 183-96; 113: 183-113.
GAS/OW 183.
GAS/OW Infrastructuur 10.
GAS/Bulletin communal de Schaerbeek, 1888, p. 70; 1900, p. 501; 1901, pp. 143-144, 226.
Publicaties en studies
DEBOURSE, X., Schaerbeek. Parcours d'Artistes, Arobase Édition, Brussel, 2009, pp. 68-69.
Kaarten / plannen
POPP, P. C., Atlas du Royaume de Belgique, plan parcellaire de la commune de Schaerbeek, ca. 1858.
Plan de la commune de Schaarbeek 1899 (GAS/OW).