Onderzoek en redactie
2022-2023
Bekijk de weerhouden gebouwenUitgestrekt rechthoekig plein met talrijke verbindingswegen. Aan de westelijke zijde loopt de Jetse laan erlangs en mondt de Prins Boudewijnstraat erop uit. Aan de oostelijke zijde monden de Pierre Timmermansstraat, de Léon Théodorstraat, de Leopold I straat en de Jetse Steenweg erop uit.
Het Koningin Astridplein vormde vanaf de 15e eeuw een belangrijk kruispunt tussen noord-zuid en oost-west gerichte verkeersaders. Het maakte enerzijds een verbinding tussen Brussel en Wemmel via het dorpscentrum van Jette en de abdij van Dieleghem (huidige Léon Théodorstraat en Wemmelse Steenweg) en anderzijds tussen Laken en Ganshoren (huidige Leopold I straat en Prins Boudewijnstraat). Aan de hoek van de Leopold I straat en de Jetse Steenweg ontstond rond de 15e eeuw de herberg Spiegelhuys die vandaag verdwenen is, maar waarvan de naam nog verwijst naar het gehucht Spiegel net zoals de volkse naam van het plein: Spiegelplein. In de buurt van het kruispunt, aan het begin van de huidige Léon Théodorstraat, bevond zich weleer het 15de eeuwse Hof ter Ouderheyden dat tot één van de grote boerderijen van de abdij van Dieleghem behoorde.
Het Koningin Astridplein werd aangelegd volgens K.B. van 1906. De oorspronkelijke naam Spiegelplein werd in 1935 omgedoopt tot zijn huidige naam als eerbetoon aan de vierde koningin van België die in hetzelfde jaar overleed.
De eerste tramlijn van Jette reikte in 1891 tot het kruispunt van de Jetse Steenweg en de Leopold I laan en ging richting centrum Brussel. De aanwezigheid van deze tramlijn leidde reeds snel tot de commerciële bloei van het plein dat voorzien werd van handelszaken, cafés en brasserieën waaronder de herberg Au Nouveau Miroir (nr. 24-26). Vanaf ca. 1925 organiseerde de gemeente er een zondagsmarkt.
De paters redemptoristen kochten in 1901 een terrein aan de westzijde van het plein waarop ze twee jaar later een neogotische klooster en kerk lieten bouwen door architect Georges Dhaeyer (zie nr. 225 Jetse laan).
De gebouwen op het plein hebben een heterogeen karakter, en dit zowel wat betreft stijl, hoogte als gabariet. De eerste, nog bewaarde, gebouwen werden opgetrokken in het begin van de 20e eeuw en bestonden uit burgerwoningen of opbrengstwoningen in diverse stijlen. Zo citeren we de woning in neoclassicistische stijl op nr. 20, het gebouw in neogotische stijl met driehoeksfronton op nr. 24-26, en de gebouwen in eclectische stijl met polychroom parement op nrs. 8, 15 en 36.
Een tweede, meer succesvolle, bouwperiode vond plaats tijdens het interbellum en bestond opnieuw uit zeer uiteenlopende stijlen. Voorbeelden hiervan zijn de opbrengstwoningen in art decostijl op nrs. 1 en 16 en de opbrengstwoning met modernistische invloeden op nr. 14. Tijdens de jaren 1970 en 1980 werden verschillende benedenverdiepingen omgevormd tot moderne winkelpuien.
Bronnen
Publicaties en studies
CABUY, Y., DEMETER, S., LEUXE, F., Atlas van de archeologische ondergrond van het Gewest Brussel, 5, Jette, MRBC – MRAH, Brussel, 1994: pp. 70-72.
PAULUS, G., Jette, Guides des communes de la Région Bruxelloise, CFC-éditions, Brussel, 2000: pp. 54-56.
MONTEYNE, A., Herkomst van de straatnamen van Jette, Jette, 1994.