Typologie(ën)
architectenwoning
Ontwerper(s)
Charles PETIAU – architect – 1932
Stijlen
Art deco
Inventaris(sen)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Etterbeek (DMS-DML - 1994-1997)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
1993-1995
id
Urban : 14717
Beschrijving
Huis in art-decostijl volgens bouwaanvraag van 1932 n.o.v. arch. en eigenaar Charles PETIAU.
Gevel in wit beschilderde baksteen en beton met vier bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van ongelijke breedte onder plat dak. Overvloedige decoratie (metselwerk, overhoekse baksteenfries, florale gesculpteerde motieven en typisch ijzerwerk). Deur met traliewerk met afgeronde en gecanneleerde dagkantenBinnenkant (tussen muurvlak en kozijn) van de stijlen van een muuropeningen; soms geprofileerd of afgeschuind. die bovenaan beglaasd zijn, afdak en bekronend vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Rechts op verdiepingen gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met bekronend balkon. Alle muuropeningen met typische roedenverdeling. SteigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel., overhoekse baksteenfries.
Gevel in wit beschilderde baksteen en beton met vier bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van ongelijke breedte onder plat dak. Overvloedige decoratie (metselwerk, overhoekse baksteenfries, florale gesculpteerde motieven en typisch ijzerwerk). Deur met traliewerk met afgeronde en gecanneleerde dagkantenBinnenkant (tussen muurvlak en kozijn) van de stijlen van een muuropeningen; soms geprofileerd of afgeschuind. die bovenaan beglaasd zijn, afdak en bekronend vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Rechts op verdiepingen gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met bekronend balkon. Alle muuropeningen met typische roedenverdeling. SteigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel., overhoekse baksteenfries.
Bronnen
Archieven
GAEtt./OW 788 (1932).
