Sneessensstraat 5

Herenhuis n.o.v. arch. Henri CARON, 1917.

Drie bouwlagen onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. lijstgevel met ruim gebruik van witte natuursteen en blauwe hardsteen. RegistersVensterstrook in een topgevel. geaccentueerd door kordons, doorgetrokken lekdrempels en pilastergeleding. Begane grond met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. op blauwe hardstenen plint waarin kelderopening; houten inrijpoort en breed rechthoekig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Bel-étage voorzien van bijna gevelbrede trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met versierde borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. onder balkon. In derde bouwlaag centraal deurvenster tussen twee T-vensters; neutenpanelenU-vormig sierpaneel. met dropmotief op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; muuropeningen in geriemde omlijsting met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. en versierde sluitsteen met gestileerde guirlande. Gevelbeëindiging door gelede architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden., panelenfries en houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. en uitgelengde voluutconsoles.