Typologie(ën)
woning of opbrengsthuis (onbepaald)
Ontwerper(s)
Fernand STIERNET – architect – 1908-1909
Stijlen
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Etterbeek (DMS-DML - 1994-1997)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
1993-1995
id
Urban : 13973
Beschrijving
Drie eclectische panden volgens repeterend schema met vier bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) n.o.v. arch. Fernand STIERNET uit 1908 (Nr. 45 en 47) en 1909 (Nr. 43).
Lijstgevels in lichte baksteen horizontaal geleed door banden in blauwe hardsteen, onder andere ter hoogte van lekdrempels en lateien, op arduinen plint. Panelenfries met bedekte steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel.. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst. Pannen zadeldakDak met twee hellende dakvlakken..
Nr. 43 en 47 identiek. Rechter traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. ; balkons volgens afnemende grootte op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en met ijzeren gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. leuning. Rechthoekige muuropening met latei, lekdrempel en panelen op borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in arduin.
Nr. 45. Twee gelijkaardige traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met muuropeningen onder I-balkIJzeren latei met I-profiel., op eerste twee verdiepingen voorzien van ijzeren leuning. Op begane grond inrijpoort en breed drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere..
Lijstgevels in lichte baksteen horizontaal geleed door banden in blauwe hardsteen, onder andere ter hoogte van lekdrempels en lateien, op arduinen plint. Panelenfries met bedekte steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel.. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst. Pannen zadeldakDak met twee hellende dakvlakken..
Nr. 43 en 47 identiek. Rechter traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. ; balkons volgens afnemende grootte op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en met ijzeren gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. leuning. Rechthoekige muuropening met latei, lekdrempel en panelen op borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in arduin.
Nr. 45. Twee gelijkaardige traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met muuropeningen onder I-balkIJzeren latei met I-profiel., op eerste twee verdiepingen voorzien van ijzeren leuning. Op begane grond inrijpoort en breed drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere..
Bronnen
Archieven
GAEtt./OW 882 (1908), 2269 (1909).