Typologie(ën)
architectenwoning
burgerwoning
burgerwoning
Ontwerper(s)
Adrien BLOMME – architect – 1913
Stijlen
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2009-2011
id
Urban : 19585
Beschrijving
Eigen woning van architect Adrien Blomme, in eclectische stijl met elementen in neorenaissanceArchitectuurstijl (ca. 1860-1914) die zich inspireert op de renaissance, een kunststroming ontstaan in het Italië van de 15e eeuw en die er o.m. op gericht was de bouwkunst van de Grieks-Romeinse oudheid te doen herleven., 1913.
Thans is de Zweedse ambassade hier gevestigd.
Monumentale gevel met drie bouwlagen en zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Gevel in gele baksteen met hardstenen elementen. Benedenverdieping met rustica in ijzerzandsteen en schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. waardoorheen kleur van onderliggende baksteen zichtbaar is. Meeste venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. getoogd, die van eerste verdieping van centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft.. Drie centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. als portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. vormt op benedenverdieping en bekroond met houten loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. met metalen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met kruismotief en onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster.. Centrale toegangsdeur voorafgegaan door drie stenen traptreden. Links garagedeur in onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.; dienstingang in laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Twee terugwijkende dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap..
Interieur
L-vormig grondplan. Toegangsvestibule met lambriseringenWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, …, geeft uit op grote inkomhal met zwart en wit marmer; hier vertrekt brede eiken trap waarvan leuning afwisselend met gecanneleerde en getorsteGedraaid, gewrongen. balustersVaasvormige spijl van een borstwering.; links diensttrap.
Erg ruime salons met sobere decoratie geïnspireerd door Franse 18e eeuw: sierlijsten in Lodewijk XVI, schouw en muurdamParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag. in Lodewijk XV.
Dienstdeur geeft uit op vestibule die toegang geeft tot galerij die huis met achterbouw verbindt, waar zich kantoren bevinden.
Achteraan bijgebouw voor kantoren. Twee bouwlagen, waarvan tweede resulteert uit verhoging n.o.v. A. Blomme in 1928. Hoofdgevel met zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); drie rechtse traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. Gevel in beschilderde baksteen.
Bijgebouw met huis verbonden via galerij van twee bouwlagen waarvan eerste met blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. nis met in boogzwikken medaillonsRonde of ovale cartouche. in faienceKeramische tegel bedekt door een, vaak polychroom versierde, glazuurlaag. refererend aan de kunst van het Quattrocento van de Florentijnse beeldhouwer della Robbia.
Voor gevel non-aedificandi zone ingericht als voortuin die bijdraagt aan het groene en pittoreske karakter van de wijk van de vijvers; door architect ontworpen tuinhek bestaande uit traliewerk verankerd in zandstenen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) waarvan metselverbandWijze waarop bakstenen aan de buitenzijde van een muur zijn gerangschikt. identiek is aan dat van sokkel van huis.
Ingeschreven op de bewaarlijst op 05.06.1997
Thans is de Zweedse ambassade hier gevestigd.
Monumentale gevel met drie bouwlagen en zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Gevel in gele baksteen met hardstenen elementen. Benedenverdieping met rustica in ijzerzandsteen en schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. waardoorheen kleur van onderliggende baksteen zichtbaar is. Meeste venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. getoogd, die van eerste verdieping van centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft.. Drie centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. als portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. vormt op benedenverdieping en bekroond met houten loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. met metalen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met kruismotief en onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster.. Centrale toegangsdeur voorafgegaan door drie stenen traptreden. Links garagedeur in onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.; dienstingang in laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Twee terugwijkende dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap..
Interieur
L-vormig grondplan. Toegangsvestibule met lambriseringenWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, …, geeft uit op grote inkomhal met zwart en wit marmer; hier vertrekt brede eiken trap waarvan leuning afwisselend met gecanneleerde en getorsteGedraaid, gewrongen. balustersVaasvormige spijl van een borstwering.; links diensttrap.
Erg ruime salons met sobere decoratie geïnspireerd door Franse 18e eeuw: sierlijsten in Lodewijk XVI, schouw en muurdamParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag. in Lodewijk XV.
Dienstdeur geeft uit op vestibule die toegang geeft tot galerij die huis met achterbouw verbindt, waar zich kantoren bevinden.
Achteraan bijgebouw voor kantoren. Twee bouwlagen, waarvan tweede resulteert uit verhoging n.o.v. A. Blomme in 1928. Hoofdgevel met zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); drie rechtse traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. Gevel in beschilderde baksteen.
Bijgebouw met huis verbonden via galerij van twee bouwlagen waarvan eerste met blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. nis met in boogzwikken medaillonsRonde of ovale cartouche. in faienceKeramische tegel bedekt door een, vaak polychroom versierde, glazuurlaag. refererend aan de kunst van het Quattrocento van de Florentijnse beeldhouwer della Robbia.
Voor gevel non-aedificandi zone ingericht als voortuin die bijdraagt aan het groene en pittoreske karakter van de wijk van de vijvers; door architect ontworpen tuinhek bestaande uit traliewerk verankerd in zandstenen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) waarvan metselverbandWijze waarop bakstenen aan de buitenzijde van een muur zijn gerangschikt. identiek is aan dat van sokkel van huis.
Ingeschreven op de bewaarlijst op 05.06.1997
Bronnen
Archieven
GAE/DS 148-13.
Publicaties en studies
BLOMME, F., À la rencontre d'Adrien Blomme 1878-1940. Sa vie, son œuvre racontées par Françoise Blomme, Centre International pour la ville, l'Architecture et le Paysage, Brussel, 2004, pp. 38, 39.
GAE/DS 148-13.
Publicaties en studies
BLOMME, F., À la rencontre d'Adrien Blomme 1878-1940. Sa vie, son œuvre racontées par Françoise Blomme, Centre International pour la ville, l'Architecture et le Paysage, Brussel, 2004, pp. 38, 39.
Opmerkelijke bomen in de nabijheid