Onderzoek en redactie

2013-2014

 

Bekijk de weerhouden gebouwen

De Rogierstraat, die door de gelijknamige laan wordt verlengd, loopt van de Antwerpsesteenweg tot de Haachtsesteenweg. Het eerste straatgedeelte ligt op grondgebied Brussel. De Rogierstraat kruist talrijke verkeerswegen, waaronder de Paleizenstraat, en ze loopt onder de spoorlijnen van het Noordstation.

Een eerste deel van de straat, die toen de Rue de la Séparation of Rue de la Limite heette, werd vóór 1836 aangelegd aan weerszijden van de Paleizenstraat, tussen de Groenstraat en de Poststraat. De verlenging in westelijke richting tot aan de Zenne, die de gemeentegrens vormt, en in oostelijke richting tot aan de Josaphatstraat, werd aangegeven op het Plan Général d'Alignement et de Nivellement des Faubourgs opgesteld door inspecteur der wegen Charles Vanderstraeten en goedgekeurd bij K.B. van 02.09.1840. De werken voor de verlenging tot aan de Josaphatstraat werden in 1850 gestart, terwijl die in westelijke richting een jaar later begonnen, op vraag van de heer De Meester en op diens terreinen, tussen de spoorweg en de Zenne, waarover een brug liep. In 1851 werd de straat de Rogierstraat gedoopt, als eerbetoon aan Charles Rogier, een Belgisch journalist en politicus (Sint-Kwintens, 1800 – Sint-Joost-ten-Node, 1885). Op een plan uit ca. 1858 wordt de straat aangegeven tot aan de Maalbeek die, nadat ze werd overwelfd, door de Wijnheuvelenstraat werd vervangen. In 1866 voorzag inspecteur der wegen Victor Besme in de verlenging van de Rogierstraat tot aan het toekomstige Generaal Meiserplein, een plan dat pas bij K.B. van 21.04.1906 werd uitgevoerd. In 1901 werd de Rogierstraat ingekort tot aan de Haachtsesteenweg, terwijl de rest van de weg de gelijknamige laan werd.

Oorspronkelijk overspande de Rogierstraat de spoorlijn van het Noordstation via een overweg, die ca. 1880 door een voetgangersbrug werd vervangen. Vanaf 1903 werd de spoorlijn verbreed, waardoor de delen van de straat die erlangs liepen moesten verdwijnen. Er bleef echter wel een doorgang aan de overzijde van de spoorlijnen bestaan, tot aan de heraanleg ervan begin jaren 1950 in het kader van de bouw van het nieuwe Noordstation. Begin jaren 1970 werd de bebouwing van de delen van de Rogierstraat ten westen van de spoorweg grotendeels gesloopt in het kader van het Manhattanproject, dat door de Groupe Structures werd ontworpen en bij K.B. van 17.02.1967 werd goedgekeurd. Deze grootschalige vastgoedoperatie beoogde de vervanging van de woningen in de Noordwijk door een nieuwe zakenwijk. Als gevolg van de economische crisis werden toen enkel de sloopwerken uitgevoerd, zodat de zone lange tijd braak bleef liggen. Thans nemen indrukwekkende kantoorgebouwen en groene ruimten de omgeving van de Rogierstraat in, met uitzondering van het deel aan pare zijde tussen de Gaucheretstraat en de Vooruitgangsstraat, waarop de oorspronkelijke bebouwing bewaard is gebleven. In de jaren 1950 of 1960 werd de Zenne, die onder een brug tussen de eerste twee straatgedeelten liep, overwelfd, waardoor ruimte ontstond voor de Koning Albert II-laan.

Zicht op de straatgedeelten van de Rogierstraat ten westen van de spoorweg, pare zijde in 1979, ASB/IF.

Het deel van de Rogierstraat gelegen tussen de Groenstraat en de Paleizenstraat werd al begin jaren 1840 met enkele woningen bebouwd, waaronder nr. 179 tot 191, bescheiden huizen die elk oorspronkelijk vergezeld waren van een klein gebouw achteraan het perceel; ze werden in de loop der jaren allemaal verbouwd of heropgebouwd (zie nr. 189). Vóór 1858 was de straat al grotendeels bebouwd, met huizen in neoclassicistische stijl, zoals nr. 198 en 221. Dat laatste nummer werd aangevuld met een tweede verdieping, een atelier waarin de schilder Victor Gilsoul zich in 1894 vestigde. De overblijvende percelen werden overwegend in de jaren 1860 en 1870 bebouwd, ook met neoclassicistische woningen, zoals nr. 161 (tussen 1867 en 1876). Vermelden we een bijzonder homogene huizenrij in deze stijl op nr. 145, 147 (tussen 1858 en 1867) en 149, 151 (vóór 1858). Op nr. 228 had een oud biermagazijn uit 1880 oorspronkelijk een hoofdgevel met dubbele geveltop aan de Haachtsesteenweg. De meeste huizen zijn in de loop der jaren verbouwd, vooral door de inrichting van een commerciële benedenverdieping. Vermelden we, op nr. 215, een herenhuis van vóór 1858, herwerkt in Beaux-Artsstijl en in 1959 van een etalage voorzien. Tijdens het interbellum en de naoorlogse periode werden verscheidene huizen door opbrengstpanden of appartementsgebouwen vervangen, zoals nr. 255 (n.o.v. architect Armand Cornut, 1938) en 142 tot 146 (Entreprises F. P. Timmermans, 1936-1938). Vermelden we ook, op nr. 180a, een klein handelspand in art-decostijl (n.o.v. architect Michel Ledegem, 1929) en, op nr. 126, een synagoge uit 1960 (n.o.v. architect Jos. Devillers). Op nr. 188 staat Gemeenteschool nr. 3, ontworpen tussen 1866 en 1880 en in 1919 naar de Lefrancqstraat uitgebreid (zie dit nummer).

Bronnen

Archieven
GAS/DS 126: 234-126-128; 142 tot 146: 234-142-144-146; 180a: 234-180a; 215: 234-215; 228: 234-228; 255: 234-255.
GAS/OW 234.
GAS/OW Infrastructuur 216.
GAS/Bulletin communal de Schaarbeek, 06.01.1851; 1903, pp. 695, 718-719.
GAS/Bulletin communal de Schaerbeek, Rapport sur la situation et l'administration des affaires de la commune pendant l'exercice 1877-1878, 1879, p. 35.

Publicaties en studies
DEKOSTER, J.-A., Les rues de Schaerbeek, Brussel, 1981, p. 98.
DENHAENE, G., L'expansion de Bruxelles au XIXe siècle. Naissance du Faubourg de Schaerbeek: histoire et images, vzw PatriS, Brussel, 2002, pp. 35-36.
DE SAEGHER, E., BARTHOLEYNS, E., Histoire populaire de Schaarbeek, Henri Mommens drukker-uitgever, Schaarbeek, 1887, pp. 52, 147, 164.
VAN BEMMEL, E., Histoire de Saint-Josse-ten-Noode et de Schaerbeek, uitgever E. Van Bemmel, Sint-Joost-ten-Node, 1869, pp. 167-169.
ZITOUNI, B., Agglomérer, une anatomie de l'extension bruxelloise (1828-1915), VUB Press, Brussel, 2010.

Tijdschriften
MERTENS, A., ROZEZ, “Rogier (rue)”, Annuaire du Commerce et de l'Industrie de Belgique, Province de Brabant, Bruxelles et sa banlieue, Brussel, Établissements généraux d'imprimerie, 1900, 1901.

Kaarten / plannen
VANDERMAELEN, Ph., Plan parcellaire de la commune de Schaerbeek avec les mutations jusqu'en 1836.
Atlas des chemins vicinaux de Schaerbeek, begin jaren 1840.
POPP, P. C., Atlas du Royaume de Belgique, plan parcellaire de la commune de Schaerbeek, ca. 1858.
Plan cadastral de la commune de Schaerbeek, 1907-1908.
Plan général de la commune de Schaerbeek 1911 in: BERTRAND, L., Schaerbeek depuis cinquante ans. 1860-1910, Librairie de l'Agence Dechenne, Brussel, 1912.