Onderzoek en redactie
Bekijk de weerhouden gebouwen
Deze
kleine, gebogen straat loopt hoofdzakelijk op het grondgebied van de gemeente
Sint-Gillis en verbindt de Ducpétiauxlaan met de Albertlaan. De gebouwen ter
hoogte van de bocht staan op grondgebied Vorst.
Het plan voor de aanleg van de straat, in opdracht van de gemeenten Sint-Gillis
en Vorst opgesteld door de wegeninspecteur voor de Brusselse voorsteden, Victor
Besme, werd vastgelegd bij K.B. van 13.09.1896. Het tracé is het resultaat van
de verbreding en het rechttrekken van een deel van de heel oude Hollestraet, een
weg die vertrok in het gehucht «De Cat» in Ukkel (ter hoogte van de huidige Messidorlaan) en
liep tot aan de Alsembergsesteenweg (ter hoogte van de huidige Villalaan). Deze
weg heette in de 18e eeuw de Catte
straete, nadien de Kattenweg in
de 19e eeuw, en begin 20e eeuw Rue du Chat [Kattenstraat]. Op
grondgebied Vorst werd ze heringericht in het kader van het Plan
général d’alignement et d’expropriation par zones voor
de Berkendaalwijk (ir. Désiré
Van Ouwenhuysen) en mondde uit in de aanleg van de huidige Rodenbachstraat en de Onderlinge
Bijstandstraat (zie deze straatnotities). Op grondgebied Sint-Gillis werd de oude weg tot
onteigeningszone verklaard op 03.05.1900, met het oog op de aanleg van de
nieuwe straat.
Het
was op voorstel van de gemeente Sint-Gillis dat de straat werd vernoemd naar
een filantroop, Henri Adolphe Eugène Verheggen (1840-1904), als erkenning voor
het aanzienlijke legaat dat hij overmaakte aan de Commission des Hospices Civils de Saint-Gilles.
Enkel de laatste nummers aan pare zijde, nabij de Albertlaan,
bevinden zich op grondgebied Vorst; ze werden in 1906 gebouwd en waren de allereerste
huizen aldaar (zie nr.28-30, 32 en 34). Op grondgebied Sint-Gillis verliep
de vrij korte bebouwingsperiode in twee fases.Eerst werd de straatkant met de pare nummers gebouwd, van 1907 tot 1909, vervolgens de onpare nummers, van 1909 tot 1910. Een vrij bescheiden bebouwing hoofdzakelijk in eclectische stijl met polychroom parement. Hier en daar een pand met neoclassicistische inslag, zoals nr. 22, 1907, dat zijn oorspronkelijk lijst- en schrijnwerk kwijtgeraakt is. De huizen hebben hun originele kenmerken en gelijkaardige vorm met drie bouwlagen behouden, met uitzondering van nr. 8 n.o.v. arch. Jean Maelschalck, 1907, verhoogd met een vierde bouwlaag tijdens de bouw en later met briketten bekleed. De percelen op nr. 17, 19 en 21 worden rond 1910 afgesloten door afsluitingsmuren waarin koetspoorten zijn aangebracht, die leiden naar de achterkant van de huizen in de Albertlaan, nr. 32 tot 36. De afsluitingsmuur van nr. 19 heeft bovenaan een balustrade.
Twee constructies werden later opgetrokken: nr. 10-14, een groot appartementsgebouw (arch. Philippe Stockhem, 1932) en nr. 24 (arch. Jean Berdoux, 1955), een carrosseriewerkplaats met appartement op de verdieping. De gele bakstenen gevel van twee bouwlagen heeft een grote inspringende garagepoort, geflankeerd door twee afgeronde muurvakken.
Bronnen
Archieven
GAV/OW
dossier 27 (Eugène Verheggenlaan).
GASG/DS 8: 136 (1907), 286 (1907); 10-14: 276 (1932); 17: 318 (1909); 19: 220 (1909); 21: 307 (1910); 22: 396 (1907); 24: 50 (1955).
Publicaties en studies
VAN LIL, A., Wegwijs te Vorst, Brussel, 1981, pp. 84,
85.
VERNIERS, L., Histoire de Forest-lez-Bruxelles, De Boeck, Brussel, 1949, pp. 209-213.
Tijdschriften
DONS,
R., “Les voies de communication à Obbrussel-Saint-Gilles jusqu’au début de 1840”,
Le Folklore brabançon histoire et vie
populaire, 269, 1991, p. 89.
DONS,
R., “Obbrussel-st-Gilles et son réseau de communications. Des
origines à 1900 environ”, Cahiers bruxellois, dl. XXVIII, 1987, pp.27, 28.
DONS, R., “Les voies de communication à
Obbrussel-Saint-Gilles jusqu’au début de 1840”, Le Folklore brabançon histoire et vie populaire, 269, 1991, p. 89.