Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Alphonse DUMONTarchitect1881

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 33807
lees meer

Beschrijving

Burgerhuis, enkelhuistype, met neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. inslag, drie bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), volgens bouwaanvraag van 1881 naar ontwerp van architect Alphonse Dumont. 

Hardstenen benedenbouw, belijnd boven de sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. met keldervensters; bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. bovenbouw gemarkeerd door twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) brede erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., uitgewerkt met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en klassiek entablement, onder bekronend balkonhek. Rechthoekige omlijste venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., met trapezoïdale sluitsteen op bovenste verdieping en afzonderlijke of verbonden gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. balkonleuningen in de zijtraveeën. KordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels., casementen en bedekte steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel. onder de zware kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met gegroefde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Latere dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap..

Bronnen

Archieven
SAB/OW 21256 (1881).