Typologie(ën)

werkplaats (ambachtelijk)
fabriek
appartementsgebouw

Ontwerper(s)

Charles THOMISSEarchitect1923-1925

Egide DEKEULENEERarchitect1951

Maximilien DORSELAERarchitect1961

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Functionalisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016-2017

id

Urban : 37687
lees meer

Beschrijving

Op een groot terrein dat zich tot aan de Moorsledestraat uitstrekt, geheel van industriële gebouwen ontworpen tussen 1923 en 1961, in 2007 omgebouwd tot woningen.

Geschiedenis

In 1923 ontwierp architect Charles Thomisse op dit terrein i.o.v. een zekere Verhaegen een eerste draadtrekkerij en een werkplaats voor de fabricage van haarspelden (A).
Dit gebouw van één bouwlaag sprong in t.o.v. de straat en stond er loodrecht op. In 1925 liet dezelfde opdrachtgever door dezelfde architect twee nieuwe gebouwen optrekken: het centrale volume aan straatzijde (B) en het lange rechtstandige gebouw dat er aan de achterzijde tegenaan is gebouwd (C), langs de linkergevel van de oorspronkelijke werkplaats. Het gebouw aan straatzijde, met invloed van de eclectische stijl, had toen slechts vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en drie bouwlagen, waarin zich respectievelijk kantoren, magazijnen en woonvertrekken bevonden. Het achtergebouw, ook van drie bouwlagen, bevatte de werkplaatsen. De fabriek wordt in 1926 in de Almanach vermeld als fabriek van haarspelden en meubelveren A. en L.Verhaegen.

In 1929 werd de oorspronkelijke draadtrekkerij (A) verhoogd met twee verdiepingen onder zadeldak (ingenieur F. P. Timmermans). In de jaren 1930 specialiseerde het bedrijf zich in meubelveren en werd het opgeslorpt door de Franse matrassenfabrikant Épéda. In 1935 werd het centrale gebouw (B) aan straatzijde uitgebreid met een zesde travee (ingenieur F.P.Timmermans), ter vervanging van een neoclassicistisch huis. In 1936 werd een nieuwe werkplaats (D) tegen de oorspronkelijke aangebouwd, ditmaal aan de rechterkant, ter vervanging van een metalen hangar uit 1930 (ingenieur F.P.Timmermans).

In 1946 werd de bedding van buurtweg nr. 64 geïntegreerd in het terrein van de maatschappij. Deze weg, die werd opgeheven tijdens de zitting van het College van 25.07.1932, verbond de Gustave Schildknechtstraat en de Moorsledestraat met het zuidelijke uiteinde van het eigendom. In 1951 voegde architect Egide De Keuleneer een derde verdieping toe aan het centrale gebouw (B) en verbouwde hij er de benedenverdieping van. Hij ontwierp tevens het linkergebouw, een werkplaats, met een volume aan straatzijde van vier bouwlagen (E) en een volume achteraan (F), onder een verlenging van het dak van de aanpalende werkplaats. Tot slot werd in 1961 aan straatzijde en binnen het huizenblok het modernistische rechtergebouw (G) opgetrokken (n.o.v. architect Maximilien Dorselaer). Vooraan bevonden zich een conciërgeappartement en een refter op de benedenverdieping en kantoren op de verdiepingen, terwijl achteraan de werkplaatsen lagen.

In 1973 werden nog enkele interieuraanpassingen gedaan, maar aan het einde van het decennium trok de onderneming uit Brussel weg. Het project voor de herbestemming van het geheel tot vijftig woningen en culturele en economische ruimten ging in 2002 van start en werd in 2007 voltooid door het bureau AAAAarchitectures.

Gustave Schildknechtstraat 33, luchtfoto van de voormalige draadtrekkerij (Brussel UrbIS ® © - Distributie : C.I.B.G., Kunstlaan 20, 1000 Brussel).

Beschrijving

Volumes aan straatzijde van elk vier bouwlagen onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Vernieuwde doorlopende  kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..

Linkervolume (E) uit 1951. Modernistische gevel, op de benedenverdieping bekleed met platen gewassen granito en op de verdiepingen gemaakt van baksteen versierd met bepleisterde stroken. Twee grote inrijpoorten; linkerdeur vervangen. Vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen.

Centraal volume (B) uit 1925, vergroot in dezelfde stijl in 1935 (laatste travee) en 1951 (laatste verdieping). Gevel met invloed van de eclectische stijl. Benedenverdieping verbouwd in 1951, met een bekleding van witstenen platen en muurdammen met rode en witte bepleistering. Inspringende centrale portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. onder een luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. van gecementeerdMet portlandcement bestrijken. beton met daarop de firmanaam “EPEDA”, in letters in hetzelfde materiaal; drie bolronde muurvlakken, de laterale met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren., het centrale met drie gekoppelde deuren; beglaasde metalen deurvleugels. Verdiepingen in baksteen met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. elementen. Op de eerste, smallere traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bevindt zich een secundaire ingang. Op de vierde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), bow-window op drie consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. in witsteen op de tweede verdieping; bewaarde houten kroonlijst.

Gustave Schildknechtstraat 33, centraal gebouw, <a href='/nl/glossary/195' class='info'>portiek<span>1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert.</span></a> (foto 2017).

Rechtervolume (G) uit 1961. Modernistische gevel van zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bekleed met geprefabriceerde betonplaten in witsteenkleur. Vensterregisters met fijne verdelingen: drie monelenStenen vensterstijl. en twee dwarsregels met daartussen borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en beglaasde bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. (borstweringen thans in het grijs geschilderd). Zonweringen. Op de benedenverdieping, twee vierkante muuropeningen met betonnen omlijsting op de eerste twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), getraliede inrijpoort op de derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), dubbele garagepoort op de laatste.

Binnen het bouwblok, vier oude belendende werkplaatsen. Links, werkplaatsen uit 1951 (F) en 1925 (C), de tweede met puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. en onder een zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. dat doorloopt in een afdak boven de eerste. In het midden, werkplaats uit 1923 (A), verhoogd in 1929: gebouw van drie bouwlagen, met puntgevels onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Rechts, werkplaats uit 1936 (D), met een vergelijkbare indeling maar breder; geveltop achteraan afgesneden door een schuine gevel.


Bronnen

Archieven
SAB/OW 49811 (1923), 53908 (1925), 37690 (1929), 37483 (1930), 44973 (1935), 45717 (1936), 51697 (1938), 77631 (1945-1946), 77775 (1949), 66287 (1951), 73167 (1961), 83229 (1973).

Publicaties en studies
TRIBOT, J.-P., Bruxelles (Laeken, Neder-Over-Heembeek, Haeren), Guide des communes de la Région bruxelloise, CFC-Editions, 2005, p. 18.

Tijdschriften
Almanach du Commerce et de l’Industrie, “Schildknecht (rue Gustave)”, 1926, 1930.