Typologie(ën)
villa
woning met kunstenaarsatelier
kunstenaarswoning
woning met kunstenaarsatelier
kunstenaarswoning
Ontwerper(s)
Albert BONTRIDDER – architect – 1960
Jacques DUPUIS – architect – 1960
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
naoorlogs modernisme
Inventaris(sen)
- Inventaris van het Hedendaags Erfgoed (Urbat - 1994)
- Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed 1939-1999 (ULB)
- Het monumentale erfgoed van België. Laken (Archistory - 2016-2019)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
Onderzoek en redactie
2018
id
Urban : 38457
Beschrijving
Voormalige persoonlijke
woning van de dichter Marcel Wauters, met modernistische inslag, ontworpen door
architecten Albert Bontridder en Jacques Dupuis, 1960.
Hoger liggend dan de laan en op een hellend terrein, villa van twee bouwlagen onder asymmetrisch zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Witgeschilderde bakstenen gevels met uitgewassen beton.
De woning heeft een complexe plattegrond bestaande uit schuine muurvlakken en een trapsgewijze indeling, waardoor de vertrekken hoekige vormen hebben.
Ondergrondse met garage met een poort gemaakt van houten planchetten, toegankelijk via een schuin pad. Aan de kant van de laan, twee inspringende bouwlagen tussen de topgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. Op de benedenverdieping, links, glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. van de woonkamer en, rechts, asymmetrische voorstevenvormige voorbouw die de eetkamer verlicht. Volledig beglaasd inspringend linkervlak met ondoorschijnende borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en met een hoog vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. in het rechteruiteinde. In het voortuintje, terras aan de blikken onttrokken door een driehoekige muur. Op de verdieping, beplanking in afzelia, onderbroken door twee muuropeningen met glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. die elk een kamer verlichten, met daarachter een overdekte ruimte onder het dak, links een balkon met een hoge betonnen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. vormend, en rechts een terras met metalen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. (van latere datum) boven de steunbeer. Fijne zuiltjes van gegalvaniseerd staal op de borstwering en het terras, respectievelijk per drie en per vijf gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd..
Aan het uiteinde van het berijdbare pad, leidt een trap aan de rechterkant naar een getrapte doorgang langs de oostelijke topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. Linkervlak van de topgevel opengewerkt met enkele ramen in gevarieerde vormen die de eetkamer verlichten. Dit vlak werd in de jaren 1970-1980 met een beige beplanking bekleed. In het midden, muur die over de hele hoogte is opengewerkt door twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. nissen. Links, binnenplaatsje dat de keuken verlucht, afgesloten door een betonnen vlak en onder een plaat, in het hetzelfde materiaal, die de verdieping aangeeft, met op de hoek een klein inspringend badkamervenster. Rechts, nis als toegangsportiek; gekoppelde deur en vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder een vlak van houten planchetten en een dun raam onder het dak. In de rest van de opstand, klein laag toiletvenster en hoge muuropening die een werkkamer op de verdieping verlicht.
Op de westelijke topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt., die thans volledig is beplankt, schoorsteenkoker in zichtbare bakstenen, met rechts een inham met doorlopend verticaal raam. Links, laag vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. dat een haardhoek verlicht.
De achtergevel wordt verlevendigd door een dubbele uitkraging van asymmetrische vlakken. Links, driehoekig afdak. In het midden, glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. van de werkkamer. Rechts, fijne ramen, tot tegen de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., die de haardhoek verlichten.
Oorspronkelijk houten raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn.; metalen raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. voor de vleugels op oorspronkelijk plan.
Tuintje aan de laan afgesloten door een steunmuurtje van zichtbare bakstenen waarvan hoogte naar links afneemt.
Binnen, in elkaar overlopende woonkamer en eetkamer. Vanuit die ruimte, achteraan, trapdeel dat leidt naar de haardhoek op de tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. (boven de stookruimte), gevolgd door een tweede trapdeel naar een mezzaninehal boven de inkomvestibule. Deze hal leidt naar de gelijkvloerse werkkamer in het noorden en de overloop met de kamers in het zuiden, via enkele treden. De kamers zijn voorzien van wandkasten en hebben elk een badkamer of douche. De plafonds volgen de helling van het dak en zijn hoog in de belangrijkste vertrekken en lager in de doorgangen. Zoals Bontridder schreef, “schuilt de waarde van deze betrekkelijk bescheiden woning in de opeenvolging van de binnenruimten, ontworpen met het oog op een trage en doordachte verkenning, een afgemeten en diepe adem, een exacte bewustwording van de gevoelswaarde van het huis, als schuilplaats en als universum die de geestelijke vermogens stimuleren”.
Oorspronkelijk, geschaafde plankenvloeren en plafonds van uitgewassen beton of natuurlijk hout.
Hoger liggend dan de laan en op een hellend terrein, villa van twee bouwlagen onder asymmetrisch zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Witgeschilderde bakstenen gevels met uitgewassen beton.
De woning heeft een complexe plattegrond bestaande uit schuine muurvlakken en een trapsgewijze indeling, waardoor de vertrekken hoekige vormen hebben.
Ondergrondse met garage met een poort gemaakt van houten planchetten, toegankelijk via een schuin pad. Aan de kant van de laan, twee inspringende bouwlagen tussen de topgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. Op de benedenverdieping, links, glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. van de woonkamer en, rechts, asymmetrische voorstevenvormige voorbouw die de eetkamer verlicht. Volledig beglaasd inspringend linkervlak met ondoorschijnende borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en met een hoog vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. in het rechteruiteinde. In het voortuintje, terras aan de blikken onttrokken door een driehoekige muur. Op de verdieping, beplanking in afzelia, onderbroken door twee muuropeningen met glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. die elk een kamer verlichten, met daarachter een overdekte ruimte onder het dak, links een balkon met een hoge betonnen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. vormend, en rechts een terras met metalen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. (van latere datum) boven de steunbeer. Fijne zuiltjes van gegalvaniseerd staal op de borstwering en het terras, respectievelijk per drie en per vijf gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd..
Aan het uiteinde van het berijdbare pad, leidt een trap aan de rechterkant naar een getrapte doorgang langs de oostelijke topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. Linkervlak van de topgevel opengewerkt met enkele ramen in gevarieerde vormen die de eetkamer verlichten. Dit vlak werd in de jaren 1970-1980 met een beige beplanking bekleed. In het midden, muur die over de hele hoogte is opengewerkt door twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. nissen. Links, binnenplaatsje dat de keuken verlucht, afgesloten door een betonnen vlak en onder een plaat, in het hetzelfde materiaal, die de verdieping aangeeft, met op de hoek een klein inspringend badkamervenster. Rechts, nis als toegangsportiek; gekoppelde deur en vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder een vlak van houten planchetten en een dun raam onder het dak. In de rest van de opstand, klein laag toiletvenster en hoge muuropening die een werkkamer op de verdieping verlicht.
Op de westelijke topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt., die thans volledig is beplankt, schoorsteenkoker in zichtbare bakstenen, met rechts een inham met doorlopend verticaal raam. Links, laag vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. dat een haardhoek verlicht.
De achtergevel wordt verlevendigd door een dubbele uitkraging van asymmetrische vlakken. Links, driehoekig afdak. In het midden, glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. van de werkkamer. Rechts, fijne ramen, tot tegen de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., die de haardhoek verlichten.
Oorspronkelijk houten raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn.; metalen raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. voor de vleugels op oorspronkelijk plan.
Tuintje aan de laan afgesloten door een steunmuurtje van zichtbare bakstenen waarvan hoogte naar links afneemt.
Binnen, in elkaar overlopende woonkamer en eetkamer. Vanuit die ruimte, achteraan, trapdeel dat leidt naar de haardhoek op de tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. (boven de stookruimte), gevolgd door een tweede trapdeel naar een mezzaninehal boven de inkomvestibule. Deze hal leidt naar de gelijkvloerse werkkamer in het noorden en de overloop met de kamers in het zuiden, via enkele treden. De kamers zijn voorzien van wandkasten en hebben elk een badkamer of douche. De plafonds volgen de helling van het dak en zijn hoog in de belangrijkste vertrekken en lager in de doorgangen. Zoals Bontridder schreef, “schuilt de waarde van deze betrekkelijk bescheiden woning in de opeenvolging van de binnenruimten, ontworpen met het oog op een trage en doordachte verkenning, een afgemeten en diepe adem, een exacte bewustwording van de gevoelswaarde van het huis, als schuilplaats en als universum die de geestelijke vermogens stimuleren”.
Oorspronkelijk, geschaafde plankenvloeren en plafonds van uitgewassen beton of natuurlijk hout.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 72752 (1960).
Publicaties en studies
STRAUVEN, F., Albert Bontridder. Architecte et poète, AAM Éditions, Brussel, pp. 80-83.
STRAUVEN, F., Albert Bontridder. Architecte et poète, AAM Éditions, Brussel, pp. 80-83.
Tijdschriften
“Habitation du poète Marcel Wauters, à Bruxelles”, La Maison, 12, 1965, pp. 419-420.
“Habitation du Poète Marcel Wauters à Bruxelles”, Architecture, 76, 1967, pp. 630-631.
“Habitation du poète Marcel Wauters, à Bruxelles”, La Maison, 12, 1965, pp. 419-420.
“Habitation du Poète Marcel Wauters à Bruxelles”, Architecture, 76, 1967, pp. 630-631.