Typologie(ën)
woning
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1713-1725
INCONNU - ONBEKEND – 1840
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Inventaris(sen)
- Het monumentale erfgoed van België. Laken - Koninklijk Domein (DPC - DCE)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Landschappelijk Een landschap is een gebied, zoals waargenomen door de mens, waarvan het karakter het resultaat is van ondernomen actie en interactie van natuurlijke en/of menselijke factoren. Het is een schaalbegrip bestaande uit verschillende (erfgoed)componenten, die elk, al of niet hun intrinsieke waarde hebben, maar alles samen tot een groter meerwaardegeheel verheffen én dat dit ook zo word gepercipieerd vanop een bepaalde afstand. Wijde stadspanorama’s zijn het landschap bij uitstek, denken we bijvoorbeeld het zicht over de benedenstad van Brussel vanop het Koningsplein, maar ook op kleinere schaal kunnen dergelijke uit verschillende samengestelde componenten landschappen voorkomen.
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Het domein Stuyvenberg – letterlijk Berg van de stuivers – ligt aan de Abelenlaan, langs het openbaar park van Laken. Het bestond oorspronkelijk uit twee aparte eigendommen gescheiden door een holle weg, de Paepenweg: de kasteelhoeve Stuyvenberg of de Roze Hoeve enerzijds, en kasteel Meyer, oorspronkelijk kasteel Stelenbosch genaamd, het huidige kasteel Stuyvenberg, anderzijds.
Geschiedenis
De Roze Hoeve
Het bestaan van de Roze Hoeve wordt al vanaf de 16e eeuw geattesteerd: de oudste geschreven bron, die tot 1503 teruggaat, schrijft het domein toe aan Louis Van Bodeghem, meester-metselaar, die onder meer had meegewerkt aan de bouw van het Broodhuis op de Brusselse Grote Markt. De hoeve exploiteerde talrijke terreinen op het Schempeghens Velt (nabij de Steenpoel), op de Savel, inde Wellebore en op den Wannecoutere, goed voor in totaal ongeveer 14 bunders.
Twee eeuwen later, in 1703, ging het domein over op Joachim-Joseph Sirejacob, raadsheer bij de Berg van Barmhartigheid van Brussel en erfheer van Laken. De hoeve, toen een buitenhuis, werd tussen 1713 en 1725 heropgebouwd. De toren van vijf verdiepingen die over het geheel uitkijkt, stamt uit deze periode (1713) en, afgaand op een tekening van F.-J. Derons uit 1733, onderging weinig wijzigingen (Deknop, A., 2007, p. 121).
Het domein kwam nadien door overerving in handen van de familie De Leeu de Moorsele, voordat het in november 1829 werd verworven door Marc-Julien Deby, de latere burgemeester van Laken (1834-1859). In 1840 droeg M.-J. Deby het domein aan de Belgische staat over en kocht hij het aangrenzende eigendom om er een woning te bouwen die later de naam Kasteel Meyer kreeg. In 1880 kwam het domein in het bezit van Leopold II, in het kader van de grootschalige ruil van terreinen met het oog op de aanleg van het Park van Laken; in 1889 verwierf de vorst eveneens Kasteel Meyer.
Rond 1890 werd de hoeve door de Engelse architecten Kidney en Berry gerestaureerd om er een schuur, stallingen en een fazantenkwekerij in te vestigen. Rechts van de toren verrees een nieuw gebouw waarin Leopold II de wasserij liet overbrengen toen hij zijn intrek nam in het naburige kasteel. Het jaartal 1890 op de rechtervleugel en het koninklijk wapenschild boven de deur van dit gedeelte van de hoeve herinneren nog aan deze verbouwingen.
Kasteel Meyer, het huidige Kasteel Stuyvenberg
Nadat hij de Roze Hoeve had verkocht, kocht Marc-Julien Deby het naburige eigendom (1840) om er een klein kasteel te bouwen dat hij de naam Stelenbosch gaf. Het ging om een landelijke villa in neoclassicistische stijl voorzien van alle toenmalige comfort. In 1850 verkocht Deby het eigendom aan Jean-Michael Huhnlein (waarschijnlijk een stroman van koning Leopold I), die het op zijn beurt in 1851 doorverkocht aan Arcadie Claret, de echtgenote van Frédéric Meyer en maîtresse van koning Leopold I, bij wie ze twee kinderen zou hebben, Georges-Frédéric (geridderd baron von Eppinghoven) en Arthur.
Bij de dood van de koning in 1865 verliet Arcadie Claret het domein en vestigde zich in Duitsland. Uiteindelijk kocht koning Leopold II het ondertussen verwaarloosde goed aan op 09.03.1889, net als de Roze Hoeve ernaast, en de twee eigendommen werden verenigd in één enkel, 21 hectare groot domein. Voor de uitvoering van deze transactie gebruikte Leopold II een stroman, grenadierskapitein Léonce Hubert Marlier. De koning liet Kasteel Meyer verbouwen door zijn persoonlijke architect Alphonse Balat (werken uitgevoerd door de firma Louis De Waele), die de eerste verdieping verhoogde, een tweede verdieping liet optrekken en een bijgebouw boven de kelders toevoegde om als eetzaal te dienen. Rond twee vijvers ontwierp landschapsarchitect Lainé Franse tuinen rondom het kasteel. In 1904 bouwde architect Charles Girault tegen de gevel een ronde toren aan waarin zich een wenteltrap bevond (gesloopt).
Het domein Stuyvenberg
In 1904 werd het domein Stuyvenberg eigendom van de Koninklijke Schenking. Van 1929 tot 1935 ontving Kasteel Meyer de hertogen van Brabant, prins Leopold (de toekomstige koning Leopold III) en zijn echtgenote, prinses Astrid. Zodra hij koning was geworden, vestigde Leopold III zich in het Kasteel van Laken. Kasteel Stuyvenberg bleef onbewoond tot in 1951, toen koningin Elisabeth, de weduwe van Albert I, er zich vestigde nadat ze tot dan toe in het Palmenpaviljoen in het complex van de SerresBroeikast. van Laken had gewoond. Ze ontving er de grootste Belgische en buitenlandse kunstenaars en intellectuelen tot aan haar dood in 1965. Het domein werd ter beschikking gesteld van Buitenlandse Zaken en het kasteel werd gebruikt om de staatshoofden en hooggeplaatste buitenlandse gasten op bezoek in Brussel te logeren. In de jaren 1970 vonden er ook grote budgettaire conclaven en regeringsonderhandelingen plaats.
Van 1999 tot 2014 werd het kasteel de woonplaats van koningin Fabiola, de weduwe van koning Boudewijn. Haar “Huis” (secretariaat) nam zijn intrek in de Roze Hoeve. Ze overleed er op 05.12.2014.
Beknopte beschrijvingen
De Roze Hoeve
L-vormige kasteelhoeve uit 1713-1725 van twee bouwlagen, met centraal een vierkante toren (“1713” gedateerd) van zes bouwlagen onder tentdak. Het gebouw is opgetrokken in rode baksteen en versierd met witstenen elementen. Stenen kruisvensters en omlijstingen met hoekblokken. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Ankers. Op de achtergevel, toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met schijnvoegen en bekroond door een frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..
Kasteel Stuyvenberg
Buitenhuis in neoclassicistische stijl, 1840. Rechthoekige plattegrond. Bepleisterde gevel op hardstenen sokkel, twee bouwlagen onder mezzaninoHalve verdieping, gelegen net onder de kroonlijst., het geheel onder zadeldak. Aan hoofdgevel, oorspronkelijk gebouw van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met rechthoekige vensters: bredere zijtraveeën, de drie centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en op benedenverdieping achter een boogvormig portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). als resultaat van een verbouwing. Het portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). is toegankelijk via twee hellingen (metalen borstweringen) en wordt bekroond door een terras dat rust op zuilen en pijlers met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. Op de licht risaliterende centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), toegangsdeur onder rondboog. Houten luiken.
Rechts, gevel verlengd met drie soberdere traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van latere datum (eerste helft 20e eeuw) ter vervanging van het torentje dat in 1904 was toegevoegd door architect Charles Girault.
Links, bijgebouw van één bouwlaag onder plat dak, met zowel op de voor- als achtergevel een trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld..
Op de achtergevel, centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) ter hoogte van de mezzaninoHalve verdieping, gelegen net onder de kroonlijst. bekroond door een aediculaVersieringsmotief, ontleend aan de klassieke bouwkunst, vormt samenstel van pijlers en een klassieke bekroning. met medaillonRonde of ovale cartouche. met monogram van Leopold II, onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en geflankeerd door volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer.. Ter hoogte van de benedenverdieping, uitspringend rechthoekig portaal onder een dakterras met balustradeHekwerk van spijlen of balusters..
Binnen, hal bekleed met tegels in zwart en wit marmer. Deze geeft uit op een rij van drie salons en een trap naar de verdiepingen. De oostelijke vleugel omvat drie eetzalen.
Bronnen
Publicaties en studies
Capron,
V., Le domaine du Stuyvenberg à Laken,
V. Capron Editeur, Brussel, 1995.
Deknop, A., (red.), De
la ville et ses plaisantes campagnes. Regards sur Bruxelles et ses environs au
18esiècle, La Renaissance du Livre, Brussel, 2007 (Fontes
Bruxellae, 4).
Demey, Th., Het
koninklijk domein van Laken, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest, Brussel, 2004 (verz. Brussel, Stad van Kunst en Geschiedenis, 37).
Demey, Th., Léopold II (1865-1909), La marque royale sur Bruxelles, Badeaux, Brussel,
2009, pp. 390-393.
Guillaume, A., Meganck,
M., Atlas van de archeologische
ondergrond van het Gewest Brussel: 24 Brussel – Laken, Brussels
Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 2012.
La Dame du
Stuyvenberg, J. Goemaere, Brussel, 1971.
Wauters, A. G., Histoire des environs de Bruxelles, Ch. Vanderauwera Editeur, Brussel, 1855, p. 377.
Websites
http://royalementblog.blogspot.com/2011/07/le-domaine-du-stuyvenberg.html