Inventaris(sen)

  • Inventaris van koloniale sporen (DPC-DCE 2024-2025)

 

Bekijk de weerhouden gebouwenDe laan kreeg in 1949 haar naam ter herdenking van de slag bij Saïo. Op de straatnaamplaat staat vermeld: “Saïo – 1858-1917 – plaats in Abissinie – overwinning van het Congolese expeditieleger – 3-7-1941”.

De slag bij Saïo, die in 1941 plaatsvond in Abissinie (het huidige Ethiopië en Eritrea), was een conflict tussen de troepen van het Italië van Mussolini en de Congolese Force publique. Dit Belgische koloniale leger, bestaande uit Afrikaanse soldaten (dienstplichtigen of huurlingen), stond onder leiding van Belgische officieren en werd vergezeld door talrijke Afrikaanse dragers, die vaak slecht uitgerust waren.

Na de capitulatie van België door nazi-Duitsland in mei 1940 ging de minister van Koloniën in ballingschap in Londen, waar hij zich inzette om de middelen van Congo ten dienste te stellen van de geallieerden, met name op economisch vlak. Op 10.06.1940 trad Italië aan de zijde van Duitsland in de oorlog, met de ambitie om zijn koloniale rijk in Afrika uit te breiden. Als reactie hierop vraagt Churchill de steun van België en ontstaat een Belgisch-Britse militaire samenwerking.

In januari 1941 wordt het “Belgian Contingent in Sudan” (BCS) opgericht. Het omvat met name het XIe bataljon van de Force publique, dat meer dan 1000 kilometer moet afleggen om zijn eerste doelwit op Abissijns grondgebied te bereiken. De omstandigheden tijdens de mars zijn uiterst zwaar: intense hitte, gebrek aan uitrusting, bevoorradingsproblemen.

In verschillende regio's van Abissinie breken gevechten uit tussen de geallieerde troepen, waaronder de Force publique, en het Italiaanse leger. Dit laatste trekt zich uiteindelijk terug in Saïo, waar het vanaf 1 juli wordt belegerd door de aanzienlijk verzwakte Force publique. Op 3 juli geven de Italiaanse troepen zich over en wordt de capitulatie ondertekend.

De Ethiopische campagne kost 4 Belgische soldaten het leven en 6 anderen raken ernstig gewond. Aan Afrikaanse zijde sterven 42 soldaten, 5 worden vermist en 193 van de 3380 ingeschrevenen bezwijken aan ziekten of hun verwondingen. De balans is nog zwaarder bij de dragers: van de 2328 gemobiliseerden sterven er 274 aan uitputting of dysenterie.