Typologie(ën)

woning
werkplaats (ambachtelijk)
loods

Ontwerper(s)

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

  • Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2019

id

Urban : 39685
lees meer

Beschrijving

Gebouwd rond 1878 in neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. stijl, huis aan het plein en smederij aan de straat, aan het plein vergezeld van een loods uit 1889.

Geschiedenis

Het huis en de werkplaats, eigendom van een zekere G. Bailly, werden rond 1878 op een L-vormig perceel gebouwd. De werkplaats, oorspronkelijk een smederij, werd in de jaren 1890 tot carrosseriewerkplaats omgebouwd, voor dezelfde eigenaar. In 1908 werd het geheel overgenomen door darmenbewerker Gérard Reyners, die de gevel van het huis in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. herwerkte, er een balkon aan toevoegend, evenals de gevel van de loods. Rond 1922 was het Hubert Reyners, eveneens darmenbewerker, die eigenaar van het geheel werd; hij bracht zijn eigen naam aan de top van de loods aan.

Beschrijving

Op nr. 18 Lemmensplein, huis in neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. stijl, herwerkt in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., met symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. Benedenverdieping met verdiepte schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. Balkon met gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op de verdiepingen, venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met cartouchesleutel met mascaronGehouwen versiering onder de vorm van een (fantastisch) mensen- of dierenmasker., kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met knopEen knop naast elke bordesdeur waarmee de lift kan worden opgeroepen. en trigliefVersiering, ontleend aan de Dorische fries, bestaande uit een vooruitspringend, rechthoekig vlak met twee gleuven in het midden en een halve aan elke zijkant; soms kan het aantal gleuven sterk afwijken., friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met ovale cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd.. Sierdeksels met leeuwenkop. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). bijgewerkt. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen.

Rechts van nr. 18, lang gebouw onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. haaks op het plein, met een bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel van twee bouwlagen onder attiekbalustradeMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt.. Op de benedenverdieping, twee brede muuropeningen gescheiden door een pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en onder gemeenschappelijke I-balkIJzeren latei met I-profiel.. Verdieping omkaderd door een dubbele kordonlijstUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels. versierd met een friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van bloemenslingers. Deur op de verdieping met eenzelfde type omlijsting, onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met vier consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met knopEen knop naast elke bordesdeur waarmee de lift kan worden opgeroepen. en trigliefVersiering, ontleend aan de Dorische fries, bestaande uit een vooruitspringend, rechthoekig vlak met twee gleuven in het midden en een halve aan elke zijkant; soms kan het aantal gleuven sterk afwijken.. FriesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met uithangbord “HUBERT REYNERS”. AttiekbalustradeMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. De vleugel van de deur op de verdieping, met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen., is oorspronkelijk.

Op nr.28 Dauwstraat, gebouw van één bouwlaag; gevel met verdiepte schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en een inrijpoort, vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met onderdorpel op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Oorspronkelijk schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .


Bronnen

Archieven
GAA/DS 4284 (31.07.1889), 11866 (31.08.1908).

Publicaties en studies
CULOT, M. [red.], Anderlecht 1. In
ventaire visuel de l’architecture industrielle à Bruxelles, AAM, Brussel, 1980, fiche 65. 


Tijdschriften
Almanachs du Commerce et de l’Industrie, “Concordat (place du)”, 1878, 1899. 
Almanachs du Commerce et de l’Industrie, “Alphonse Lemmens (place)”, 1921, 1923.