Onderzoek en redactie

2019

 

Bekijk de weerhouden gebouwenDe Emile Carpentierstraat verbindt de rotonde gevormd door de Grondelsstraat, de Eloystraat en de Veeartsenstraat met de Bergensesteenweg. Ze kruist de Transvaalstraat, de Kommenstraat, de Elektriciteitsstraat en tot slot de Gouverneur Nensstraat, ter hoogte waarvan ze noordwaarts afbuigt tot aan de Bergensesteenweg.

De straat werd aangelegd in het kader van het Plan de l’extension du Quartier de Cureghem, dat betrekking had op de wijk van de Veeartsenijschool, opgesteld door wegeninspecteur Victor Besme in 1890 en goedgekeurd bij K.B. van 01.07.1891. Ze heette aanvankelijk de rue Oblique maar werd tijdens de gemeenteraadszitting van 27.11.1899 vernoemd naar de industrieel Emile Carpentier, die gemeenteraadslid, schepen van Openbare Werken en commandant van het Anderlechtse brandweerkorps was tussen 1883 en 1888. De straat, waarvan het eerste deel over de Kleine Zenne liep, mondde uit aan het station van Kuregem, waar rond 1900 het place de la République werd aangelegd. De bebouwing van dit plein werd rond 1913 geïntegreerd in de Carpentierstraat, die van dan af in de Bergensesteenweg uitmondde. In de tweede helft van de jaren 1930 werd de Gouverneur Nensstraat aangelegd, die begon aan het oude plein en onder de westelijke ringspoorlijn liep. Het station, dat in 1873 werd geopend, werd in 1983 buiten gebruik gesteld en in 1990 gesloopt.

De straat werd hoofdzakelijk tussen 1896 en 1910 bebouwd, met woningen met neoclassicistische inslag, zoals nr. 67, of in eclectische stijl, zoals nr. 71 (1896). Verscheidene ervan waren vergezeld van achtergebouwen gebruikt als koetshuis en stalling, zoals op nr. 24 (1904), als opslagplaats of als werkplaats. In het eerste straatdeel, dat werd afgesneden door de loop van de Kleine Zenne tot ze die in de jaren 1950 werd drooggelegd, is de oorspronkelijke bebouwing verdwenen. Aan onpare zijde bevond zich de loodwitfabriek Debbaudt Frères & Co, die plaats moest maken voor de Joodse Martelarensquare (zie notitie). Aan pare zijde werden de huizen geleidelijk gesloopt en rond 1990 door een flatgebouw vervangen.

In het laatste straatdeel aan pare zijde bevindt zich het Crickxpark, begrensd door de Elektriciteitsstraat in het oosten en, oorspronkelijk, door de Prévinairestraat in het westen. Dit openbaar park was vroeger een buitengoed dat nog vóór 1859 werd bewoond door ridder Emile Clément de Cléty. Rond 1896 kwam de familie Crickx er wonen, onder wie schepen en meetkundig schatter L. Crickx. In 1906 kocht de staat het eigendom in het kader van een heraanleg van de spoorlijnen en werd het voor het publiek opengesteld. In 1939 werd het park aan de gemeente overgedragen. De woning in de noordwestelijke hoek van het park werd kort na de Tweede Wereldoorlog gesloopt. Rond 1960 werd het begin van de Prévinairestraat verwijderd en vervangen door een uitbreiding van het park tot aan het spoorwegtalud. De groene ruimte, die in 1999 werd gerenoveerd, bevat verscheidene opmerkelijke bomen.

Bronnen

Archieven
GAA/DS Registre des rues [Stratenregister].
GAA/DS 24: 10162 (20.01.1905); 71: 6821 (19.09.1896).

Publicaties en studies
DEMEY, Th., Bruxelles en vert, Badeaux, Brussel, 2003, p. 155.
VAN AUDENHOVE, J., Les rues d’Anderlecht, Herdenking van de twintigste verjaardag van de oprichting van Anderlechtensia, C.A.F.H.A, 1995, pp. 62-63, 188, 193, 214.


Tijdschriften
Almanach du Commerce et de l’Industrie, “Oblique (rue)”, 1896.
Almanach du Commerce et de l’Industrie, “République (place de la)”, 1913, 1914.

Kaarten / plannen
BESME, V., Plan de l’extension du Quartier de Cureghem. Emplacement de la nouvelle Ecole de Médecine vétérinaire, 27.08.1890.