Bekijk de weerhouden gebouwenVan Waterloosesteenweg naar Camille Lemonnierstraat, met scherpe bocht ter hoogte van Léon Jouretstraat.
Aangelegd in het kader van het Plan général d'alignement et d'expropriation par zones van de Berkendaalwijk (landmeter César Boon), goedgekeurd bij K.B. van 12.07.1902 en lichtjes gewijzigd bij K.B. van 02.05.1904 en dat van 31.05.1904.
De straat werd genoemd naar de numismaticus Renier Chalon (1802-1889), die de dertig laatste jaren van zijn leven in Elsene woonde. De archeoloog en historicus Renier Chalon was ook voorzitter van de commissie van toezicht van het Musée royal d'antiquités et d'armures [Koninklijk Museum van Oudheden en Wapenrustingen], voorzitter van de Académie d'archéologie [Academie van Archeologie] en ondervoorzitter van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen. Het was in die functie dat hij ijverde voor de bescherming van de gevel van de Augustijnerkerk die in 1895 als gevel van de Drievuldigheidskerk in de Baljuwstraat opnieuw werd gemonteerd.
De straat werd voornamelijk bebouwd tussen 1903 en 1912 en wordt in het gedeelte tussen de Waterloosesteenweg en de Léon Jouretstraat gekenmerkt door bijzonder homogene groepen rijhuizen (zie nr. 8 tot 14; nr. 16: 1911; zie nr. 18, 20; nr.22: ca. 1910; zie Léon Jouretstraat nr. 6). Deze tussen 1909 en 1912 gebouwde huizen zijn opvallend verwant. Ze maakten alle deel uit van een groot vastgoed- en financieel project opgestart door twee opdrachtgevers die voor alle huizen beroep deden op architect J. Dierickx. De eerste was de stukadoor Gustave Debroux (nr.14, 16), de tweede de schrijnwerker Édouard Fadeur (zie nr. 8, 10, 12 en Léon Jouret nr. 2 –Renier Chalonstraat nr. 24). Laatstgenoemde was tevens opdrachtgever van het geheel in eclectische stijl op nr. 28 tot 40 (zie nr. 28 – Léon Jouretstraat nr. 1 en nr.30; nr.32: 1910; nr.34: 1912; nr.36: 1912; nr. 40: 1912), en ook van talrijke huizen in de Lariksenstraat en de Provoostraat, tussen de Tenbosstraat en de Henri Michauxsquare.
Aan onpare kant is de straat voornamelijk bebouwd met de kindertuin Le Berceau (nr.15-17: architect Renard, 1960; in 1965 met bouwlaag verhoogd) en ligt het speelplein Renier-Chalon.
Bronnen
Archieven
GAE/OW Historique des rues (1925); GAE/OW Convention Berkendael (plan naar de hand van landmeter C. BOON, Elsene, 20 september 1898).
Survey Communal de la commune d'Ixelles entamé en 1946 et approuvé par la tutelle en 1951 – troisième direction – Travaux Publics et urbanisme – Service de l'Urbanisme.
GAE/DS 15-17: 263-15-17; 16: 263-16; 32: 263-32; 34: 263-34; 36: 263-36; 40: 263-40.
Publicaties en studies
DEL MARMOL, B., L'avenue Molière et le quartier Berkendael, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 2002 (Bruxelles ville d'art et d'histoire, 33) pp. 2-9.
Ixelles, Ensembles urbanistiques et architecturaux remarquables, ERU, Brussel, 1990, pp. 35-40 et 159-172.
Tijdschriften
HAINAUT, M., ‘Une rue d'Ixelles porte leur nom, 1ère partie de A à G', Mémoire d'Ixelles, 28, 1987, p. 20.
DE SCHODT, A., ‘In memoriam', Revue belge de numismatique, 45, 1889, pp. 452-464.
GAE/OW Historique des rues (1925); GAE/OW Convention Berkendael (plan naar de hand van landmeter C. BOON, Elsene, 20 september 1898).
Survey Communal de la commune d'Ixelles entamé en 1946 et approuvé par la tutelle en 1951 – troisième direction – Travaux Publics et urbanisme – Service de l'Urbanisme.
GAE/DS 15-17: 263-15-17; 16: 263-16; 32: 263-32; 34: 263-34; 36: 263-36; 40: 263-40.
Publicaties en studies
DEL MARMOL, B., L'avenue Molière et le quartier Berkendael, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 2002 (Bruxelles ville d'art et d'histoire, 33) pp. 2-9.
Ixelles, Ensembles urbanistiques et architecturaux remarquables, ERU, Brussel, 1990, pp. 35-40 et 159-172.
Tijdschriften
HAINAUT, M., ‘Une rue d'Ixelles porte leur nom, 1ère partie de A à G', Mémoire d'Ixelles, 28, 1987, p. 20.
DE SCHODT, A., ‘In memoriam', Revue belge de numismatique, 45, 1889, pp. 452-464.