Bekijk de weerhouden gebouwenVan Georges Brugmannlaan naar Franz Merjaystraat.
Het tracé van de straat werd vastgelegd door het rooilijnenplan van de Berkendaalwijk, opgesteld door landmeter César Boon en definitief goedgekeurd bij K.B. van 12.07.1902. Het plan van de wijk werd vervolgens lichtjes gewijzigd bij K.B. van 02.05 en dat van 31.05.1904.
Genoemd naar de kunstenaar-graveur Jean-Baptiste Meunier (1821-1900) die de broer was van Constantin Meunier. Hij studeerde bij Camalatta en Vanderhaert, en werd officieel belast met de reproductie van meerdere werken van de Galleria degli Uffizi in Florence. Hij maakte vele portretten van Brusselse persoonlijkheden en was lange tijd leraar tekenen aan het koninklijk atheneum van Brussel en aan de Ecole des Arts Industriels et Décoratifs van Elsene. Talrijke werken van zijn hand worden bewaard in de musea van Antwerpen, Brussel en Elsene.
De straat werd voor het eerst bebouwd tussen 1906 en 1916. Aan onpare kant werden in deze periode vooral huizen gebouwd in eclectische stijl. Daaronder het geheel op nr. 13, 15, 17, in 1909 ontworpen door aannemer A. Dupont. Aan pare kant bevinden zich talrijke kwaliteitsvolle gevels in Beaux-Artsstijl, ontworpen door befaamde architecten.
Tijdens de tweede bebouwingsgolf van 1921 tot 1935, werden vele stijlen naast elkaar gebruikt. De Beaux-Artsstijl bleef in trek voor eengezinswoningen, bijvoorbeeld nr. 22, in 1926 ontworpen door de architecten G. Martin en G. Dufas (zie dit nr.). Op nr. 40 bevindt zich een huis in modernistische stijl met elementen van art deco; het werd in 1935 ontworpen door architect Georges Doyen. De typologie van de tijdens deze periode gebouwde appartementsgebouwen leunt aan bij het eclecticisme, bijvoorbeeld nr. 42-42a, in 1923 ontworpen door François Simons (zie dit nr.). Voor dit gebouwentype is ook de art deco goed vertegenwoordigd, bijvoorbeeld nr. 26, in 1923 ontworpen door architect F. Van Meulecom (zie dit nr.) en tevens het modernisme, onder meer op nr. 44, in 1926 ontworpen door Alexis Dumont (zie dit nr.)
Twee gebouwen van latere datum doorbreken de homogeniteit van het straatbeeld: het grote appartementsgebouw op nr. 8-10 (arch. L. Smets, 1947) en het meer bescheiden gebouw op nr. 4 (1962).
Bronnen
Archieven
GAE/OW Historique des rues (1925); GAE/OW Convention Berkendael (plan naar de hand van landmeter C. Boon, Elsene, 20 september 1898).
GAE/DS 4: 173-4; 8-10: 173-8-10; 13 à 17: 173-13-15-17; 40: 173-40.
Publicaties en studies
Ixelles, Ensembles urbanistiques et architecturaux remarquables, ERU, Brussel, 1990.
PIRON, P., Dictionnaire des artistes plasticiens de Belgique des XIXe et XXe siècles, éd. Art in Belgium, Lasne, 2003, p. 170.
Tijdschriften
BRAGARD, R., ‘Trois œuvres de l'architecte François Van Meulecom', La Technique des Travaux, 8, 1926, pp. 321-322, 368.
GAE/OW Historique des rues (1925); GAE/OW Convention Berkendael (plan naar de hand van landmeter C. Boon, Elsene, 20 september 1898).
GAE/DS 4: 173-4; 8-10: 173-8-10; 13 à 17: 173-13-15-17; 40: 173-40.
Publicaties en studies
Ixelles, Ensembles urbanistiques et architecturaux remarquables, ERU, Brussel, 1990.
PIRON, P., Dictionnaire des artistes plasticiens de Belgique des XIXe et XXe siècles, éd. Art in Belgium, Lasne, 2003, p. 170.
Tijdschriften
BRAGARD, R., ‘Trois œuvres de l'architecte François Van Meulecom', La Technique des Travaux, 8, 1926, pp. 321-322, 368.