Onderzoek en redactie
Bekijk de weerhouden gebouwen
De lange Koninklijke Sinte-Mariastraat ligt in het verlengde van de Koningsstraat en verbindt het Koninginneplein met het Colignonplein. Ze wordt zelf verlengd door de Maarschalk Fochlaan en de Prinses Elisabethlaan.
Samen met deze twee lanen vormt de Koninklijke Sinte-Mariastraat een van de belangrijkste verkeersassen van de gemeente. De verlenging van de Koningsstraat, die in de jaren 1820 werd aangelegd op het grondgebied van Sint-Joost-ten-Node en van Schaarbeek, moest oorspronkelijk tot aan het station van Schaarbeek lopen. De aanleg van deze twintig meter brede straat verliep in verscheidene fases. De eerste fase betrof het deel tussen het Koninginneplein en de Vleugelsstraat, waarvan de aanleg werd verordend krachtens de K.B.'s van 29.05.1863 en 05.11.1866. Eromheen ontwikkelde zich een nieuwe wijk, de Prinsenwijk genaamd. In 1864-1865 werd het deel tot aan de huidige Lefrancqstraat aangelegd en bestraat. In 1866-1867 werd de straat aangelegd tot aan de Vandeweyerstraat en, in de daaropvolgende jaren, tot aan de Sint-Servaaskerk. De verlenging van de straat tot aan het station van Schaarbeek werd goedgekeurd krachtens een beslissing van de gemeenteraad van 10.10.1873, bekrachtigd bij K.B. van 17.11.1875. In 1877-1878 werd het deel tussen de Sint-Servaaskerk en de Vleugelsstraat aangelegd. Op 18.12.1880 bevestigde een nieuw koninklijk besluit dat van 1875; het had betrekking op de nog aan te leggen straatdelen: tussen de Vleugelsstraat en de toekomstige Fraikinstraat, alsook een groot deel aan de kant van het station.
De naam Koninklijke Sinte-Mariastraat die tijdens de zitting van het college van 21.06.1864 werd toegekend, dekte toen het hele traject van het Koninginneplein tot aan het station van Schaarbeek. Vóór 1899 werd het deel voorbij het Colignonplein omgedoopt tot Koninklijke Sinte-Mariastraat-Noord. In 1900 kreeg de Prinses Elisabethlaan haar huidige naam. De Maarschalk Fochlaan, die in 1909 de “Koninklijke Sinte-Mariastraat” werd, kreeg haar huidige naam na de Eerste Wereldoorlog.
De straat is hoofdzakelijk residentieel. Tussen 1864 en 1876 werd het deel tussen het Koninginneplein en de de Lochtstraat geleidelijk bebouwd. Voorbij het Lehonplein werden de huizen hoofdzakelijk in de jaren 1880 en 1890 gebouwd, zoals nr. 164 en 166 of 225 (1897). Het ging overwegend om gebouwen in neoclassicistische stijl, sommige ontworpen als geheel, zoals nr. 185 tot 201 (zie deze nummers). In het laatste straatdeel werden enkele gebouwen in eclectische stijl opgetrokken, ontworpen in 1898 of in de tweede helft van de jaren 1900, zoals het geheel van de hand van architect Florent Van Roelen (zie nr. 229 tot 239). In de straat bevinden zich verscheidene bijzonder homogene huizenrijen. Vermelden we, aan onpare zijde, nr. 97 tot 117, 133 tot 137, 167 tot 173, 181 tot 213 en 227 tot 245 (zie deze nummers). Aan pare zijde gaat het om nr. 64 tot 90 – nr. 64 tot 68 ontworpen als geheel vóór 1876 – alsook nr. 100 tot 108 en 188 tot 200 (zie de meeste van deze nummers). Veel van deze huizen zijn echter in de loop der jaren verbouwd, en sommige zijn zelfs moeten wijken voor appartementsgebouwen, zoals op de hoek met de Lefrancqstraat, de Lochtstraat en Rubensstraat.
Vanaf 1864 ontwikkelde zich, op de hoek met de nieuw aangelegde straat en de Grondwetstraat, de Sinte-Mariamarkt, een van de oudste markten van de Brusselse agglomeratie. Hij werd in 1898 door een brand vernield en vervangen door een nieuwe overdekte markt in steen, ijzer en glas, de toekomstige Hallen van Schaarbeek (zie nr. 22a, 22b). Dit gebouw paalde aan het eigendom van de familie Eenens, dat in het oosten langs de Haachtsesteenweg liep (zie nr. 147) en in het westen werd afgesneden door de aanleg van de Koninklijke Sinte-Mariastraat. In 1886 liet de erfgenaam van het eigendom, Georges Terlinden, hier zeven opbrengsthuizen bouwen (zie nr. 8 tot 22). Tot slot bevindt zich binnen het huizenblok aan het einde van de straat aan pare zijde de voormalige middelbare jongensschool – het huidige Athénée Royal Alfred Verwée – in 1883 ontworpen door gemeentearchitect Hyppolite Jaumot (zie nr. 168).
Bronnen
Archieven
GAS/DS 164: 237-164; 166: 237-166; 225: 237-225.
GAS/OW 237.
GAS/OW Infrastructuur 200, 225.
GAS/Bulletin communal de Schaerbeek, 1862, pp. 6-15; 1864, pp. 120-124.
GAS/Bulletin communal de Schaerbeek, Rapport sur la situation et l'administration des affaires de la commune pendant l'exercice 1863-1864, pp. 348, 351.
GAS/Bulletin communal de Schaerbeek, Rapport sur la situation et l'administration des affaires de la commune pendant l'exercice 1864-1865, p. 344.
GAS/Bulletin communal de Schaerbeek, Rapport sur la situation et l'administration des affaires de la commune pendant l'exercice 1866-1867, p. 263.
GAS/Bulletin communal de Schaerbeek, Rapport sur la situation et l'administration des affaires de la commune pendant l'exercice 1874-1875, 1875, pp. 110-112.
GAS/Bulletin communal de Schaerbeek, Rapport sur la situation et l'administration des affaires de la commune pendant l'exercice 1876-1877, 1877, p. 39.
GAS/Bulletin communal de Schaerbeek, Rapport sur la situation et l'administration des affaires de la commune pendant l'exercice 1877-1878, p. 35.
Kaarten / plannen
BESME, V., Plan parcellaire des environs de Bruxelles, Saint-Josse-ten-Noode et Schaerbeek, 1867.
Plan de la commune de Schaerbeek 1876, Nationaal Geografisch Instituut.
Bruxelles et ses environs, Militair Cartografisch Instituut, 1881.
Bruxelles et ses environs, Militair Cartografisch Instituut, 1893.
Plan de la commune de Schaerbeek 1899.