Onderzoek en redactie

2018

 

Bekijk de weerhouden gebouwenDe Jean de Bolognelaan verbindt de Vuurkruisenlaan met de rotonde gevormd met de Wannekouterlaan en de Paul Jansonstraat, die in haar verlengde ligt. Ze kruist de Pagodenlaan en de De Busleydenlaan, waarmee ze ook een rotonde vormt.

De laan werd ontworpen als verlenging van de Paul Jansonstraat, iets waarom de buurtbewoners al sinds vanaf 1912 verzochten. Het jaar daarop stelde ingenieur-directeur der Werken Pierre Gillet een plan op voor de verbreding en de verlenging van deze straat tot aan het Chinees Paviljoen, evenals voor de aanleg van twee delen van de toekomstige Pagodenlaan aan weerszijden van de rotonde gevormd met deze verlenging. Nadat het vertraging had opgelopen door de Eerste Wereldoorlog en de aanhechting van Laken door de Stad Brussel, werd het tracé van de laan, met achteruitbouwstroken bestemd voor voortuintjes, bekrachtigd bij K.B. van 10.10.1927. De Jean de Bolognelaan, die haar naam kreeg bij besluit van het College van de Stad Brussel van 05 en 06.02.1934, werd echter pas omstreeks dat jaar aangelegd. Haar naam is een eerbetoon aan de Vlaamse beeldhouwer Jean de Bologne of Giambologna (ca. 1529-1608), ontwerper van de Neptunusfontein, waarvan het origineel zich in Bologna bevindt. Koning Leopold II gaf opdracht een kopie van dit werk te maken. Ze werd in 1903 opgesteld op het kruispunt van de Dikke Linde, in de aslijn van de toekomstige laan, achter de tuin van het Chinees Paviljoen. Vermelden we, aan de rotonde met de Pagodenlaan, de aanwezigheid van een ondergrondse schuilkelder uit de Tweede Wereldoorlog die tot transformatorhuisje werd verbouwd.

De eerste woningen aan de laan werden in de eerste twee delen gebouwd, tussen 1933 en 1941, overwegend eengezinswoningen of opbrengstpanden. Op de hoek met de Vuurkruisenlaan stond een vrijstaande villa, ontworpen door architect F. Van Meir (nr. 2), die in 1961 werd vervangen door een appartementsgebouw dat architect Roger Moureau voor eigen rekening ontwierp. Na de oorlog werd deze bebouwing aangevuld met huizen van het bel-etagetype en kleine appartementsgebouwen, hoofdzakelijk uit de jaren 1950 en 1960.

Naast een huis in Beaux-Artsstijl, op nr. 22 (architect Georges Leclercq, 1938), zijn de meeste woningen uit de jaren 1930-1940 in art decostijl, zoals nr. 3 (architect Jourdain De Windt, 1941), 27 (architect J. Otten, 1933) en 36 (architect Jean De Wit, 1939), of in modernistische stijl, zoals nr. 26 (architect J. J. Eggericx, 1936). Hoewel de Beaux-Artsstijl succes bleef kennen tot in de jaren 1950, zoals blijkt uit nr. 37 (architect Louis Van Geel, 1958), kreeg het modernisme de bovenhand in die periode, zoals nr. 77 (architect Jean De Wit, 1953). Vermelden we, op nr. 67 (1949), een van de eerste verwezenlijkingen van architect André Jacqmain, met bekleding in Boomse terracottategels.

Bronnen

Archieven
AEB/T 16, dossier 945 (1913).
 
SAB/AR straten, doos 20-24, cote 24, nr.1 (05.02.1934).
SAB/PP 3404 (1933).
SAB/OW 57148 (1912); 2: 49838 (1936), 73839 (1961); 3: 55257 (1941); 22: 54002 (1938); 26: 48598 (1936); 27: 41622 (1933); 36: 51793 (1939); 37: 68481 (1958); 77: 69985 (1953).

Publicaties en studies
VAN KRIEKINGE, D., Essai de toponymie laekenoise, Laken, 1995, s. p.

VAN NIEUWENHUYSEN, P., Échos du Lycée Maria Assumpta. La Villa “No Gayole”, onuitgegeven werk, 1983, p. 11.
VAN NIEUWENHUYSEN, P., Toponymie van Laken (doctoraatsverhandeling in de Germaanse Filologie), UCL, Louvain-la-Neuve, 1998, pp. 1094-1095.