Onderzoek en redactie
Bekijk de weerhouden gebouwenDe Dikkelindelaan verbindt de Madridlaan en de Boechoutlaan, waarop ze via een bocht aansluit. Ze wordt onderbroken door twee rotondes, het Jean Offenbergplein en het Louis Steensplein, waarop respectievelijk de Graaf Moens de Ferniglaan en de Eeuwfeestlaan uitkomen. In haar eerste straatdeel kruist de laan de weg die de Abelenlaan verlengt. In het tweede straatdeel mondt de Tageteslaan uit, terwijl het laatste straatdeel de geul van de tramlijn naar de Keizerin Charlottelaan overspant.
De laan werd uitgetekend in het vooruitzicht van de Wereldtentoonstelling van Brussel van 1935, waarvan het algemeen plan werd opgesteld door ingenieurs P. Gillet en Lefèvre, in samenwerking met hoofdarchitect Joseph Van Neck. Samen met de Boechoutlaan, die ze kruiste, vormde de laan een van de twee grote oost-west georiënteerde assen van de site. Ze verbond toen het kruispunt “Dikke Linde”, aan het uiteinde van de huidige Koninklijk Parklaan en Van Praetlaan, met de Houba de Strooperlaan.
De Dikkelindelaan werd tussen 1930 en 1933 aangelegd. Haar naam, die werd toegekend tijdens de zitting van het College van de Stad Brussel van 07.03.1930, verwijst naar het gelijknamige kruispunt, genoemd naar een oude holle lindeboom, met een diameter van twee meter, die tot rond 1908 in het midden van het kruispunt stond. Met zijn talrijke herbergen in de buurt was dit vroeger een geliefkoosde wandelplek voor de stadsbewoners.
Tijdens de Wereldtentoonstelling was de laan, die over het grootste deel van haar traject door twee rijen bomen werd afgeboord, toegankelijk via de Houba-ingang in het westen en de Koninklijk Park-ingang in het oosten; die laatste was als een cirkelboogvormige poort ontworpen door architect Van Neck en werd versierd met bas-reliëfs van Marnix d’Haveloose. Het bouwblok tussen het tweede straatdeel van de laan en het eerste van de Eeuwfeestlaan werd door onder meer de afdeling Oud-Brussel ingenomen.
Kort na de Wereldtentoonstelling werd het westelijke uiteinde van de laan vanaf de Boechoutlaan verwijderd. Met het oog op Expo 58 verdween ook haar oostelijke uiteinde, in het kader van de aanleg van de A12-autosnelweg en zijn rotonde. Toen ook werd het toekomstige Offenbergplein aangelegd, dat tijdens de Expo werd overspannen door de voetgangersbrug naar de buitenlandse afdeling. Gedurende het evenement werden de eerste twee straatdelen van de laan, die door deze afdeling liepen, omgedoopt tot Natiënlaan, vanaf de gelijknamige poort. Het derde straatdeel, dat langs de afdeling Belgisch Congo liep, werd tot Ruandalaan omgedoopt. Net als de Eeuwfeestlaan liep over de laan een kabelbaan tussen de Natiënpoort en het Louis Steensplein. De laan wordt vandaag nog gedeeltelijk door bomen afgeboord.
Haar oostelijke gedeelte loopt langs het Park van Laken aan de zuidkant en het Ossegempark aan de noordkant, een bospark dat voor de tentoonstelling van 1935 werd aangelegd door architect Jules Buyssens (zie beschrijving). Op de hoek met de Madridlaan is nog een deel van het Amerikaanse paviljoen van Expo 58 bewaard (zie nr. 2), terwijl op nr. 4 in 1974 een post van de hondenbrigade van de Brusselse Politie werd gevestigd. Op de hoek met de Tageteslaan werd in 1972 een tijdelijk paviljoen gebouwd ter gelegenheid van de 150e verjaardag van de Generale Maatschappij van België. Het gebouw, dat werd ontworpen door architect André Jacqmain (Atelier d’Architecture de Genval), had een ronde plattegrond en bevatte onder meer een bioscoopzaal en een conferentiezaal.
In haar westelijke gedeelte overspant de laan de in 1935 aangelegde tramlijn die naar de bovenzijde van de site leidde; van de brug met schuine hoeken, die die in 1933 werd ontworpen, zijn de borstweringen in art-decostijl verdwenen. Aan deze kant van de laan bevinden zich, aan de noordzijde, een voetbalterrein, een hondentrainingscentrum en de Léo Pétanque Club, een gebouw met een asymmetrisch V-dak dat in 1963 in Expo-stijl werd ontworpen. Aan de zuidkant omvat tennisclub Royal Primerose (nr. 41-43) een gebouw dat van vóór 1971 dateert en in de jaren 1980 werd vergroot, evenals tennisterreinen, waaronder een centercourt met tribunes. Op die plek, toen nr. 141-143 van de laan, was in 1936 een appartementsgebouw gevestigd (n.o.v. architecten Verbaere en Dauriac), het eerste bouwwerk van wat na de tentoonstelling van 1935 de residentiële Eeuwfeestwijk moest worden. Het gebouw werd in 1956 gesloopt met het oog op Expo 58.
Bronnen
Archieven
SAB/AR straten, doos 20-24, cote 22, nr.16 (07.03.1930).
SAB NPP Z2 (1933).
SAB/OW 80946 (1963), 82642 (1963), 82691 (1971); 4: 86051 (1974); 41-43: 89290 (1980); 141-143: 46638 (1936), 79556 (1954-1956).
Publicaties en studies
Exposition de Bruxelles 1958. L'architecture, les jardins et l’éclairage, Officieel gedenkboek van de Algemene Wereldtentoonstelling te Brussel 1958, Brussel, 1958.
Le livre d’or de l’Exposition universelle et internationale Bruxelles 1935 [Gulden Boek van de Wereldtentoonstelling Brussel 1935], Uitvoerend Comité van de Tentoonstelling, Brussel.
VAN KRIEKINGE, D., Essai de toponymie laekenoise, Laken, 1995, s. p.
VAN NIEUWENHUYSEN, P., Toponymie van Laken (doctoraatsverhandeling in de Germaanse Filologie), UCL, Louvain-la-Neuve, 1998, pp. 704-706.
Tijdschriften
VANDEN BRUSSCHE, G., “Mijmeringen rond de ‘Dikke Linde’ – Mutsaard”, LACA Tijdingen, jaargang 13, 3, maart-mei 2002, pp. 5-14.