Onderzoek en redactie

2018

 

Bekijk de weerhouden gebouwenDe Rode Kruislaan beschrijft een bocht die evenwijdig aan de Meiseselaan loopt en verbindt de rotonde die ze vormt met de Meiseselaan, de Mutsaardlaan en de Pagodelaan met de Romeinsesteenweg. Ze wordt met de Meiseselaan verbonden via enkele korte wegen – de Labradorstraat en de Boxerweg en de Setterweg – en met de Forumlaan en de Amforalaan via de Cockerweg, de Dashondweg en de Herdershondweg.

Al minstens vanaf 1933 werd voorzien in de aanleg van een verkeersader evenwijdig aan de Meiseselaan, op een plan opgesteld door ingenieur-directeur der Werken Pierre Gillet. De laan moest lopen langs een zone die, sinds de aanleg van de Meiseselaan bij K.B. van 09.01.1903, voor de bouw van gegoede woningen was voorbehouden. De toekomstige laan, waarvan de aanleg werd bekrachtigd bij K.B. van 19.11.1934, kreeg haar naam bij besluit van het College van de Stad Brussel van 07.04.1939, als eerbetoon aan het Rode Kruis van België, dat in dat jaar de 75e verjaardag van zijn oprichting vierde. Pas na de oorlog werd de laan geleidelijk geopend, eerst tot aan de huidige Boxerweg, dan tot aan Romeinsesteenweg, in de loop van de jaren 1960.

Aan pare zijde werd bijna geen enkel bouwwerk opgericht, want op 18.07.1941 besliste het College om het verkavelingsplan van de Meiseselaan aan te passen en de percelen aan deze zijde uit te breiden met de achterliggende terreinen, waarop aan de kant van de Rode Kruislaan woningen moesten komen. De tuinen van de villa’s aan de Meiseselaan namen van dan af dus de hele diepte van het bouwblok in. Vermelden we echter, aan het begin van de laan, de aanwezigheid van een grote villa met nr. 2 Rode Kruislaan en 1 Meiseselaan, het resultaat van een ingrijpende verbouwing in de jaren 1960 van het voormalige eigendom van ingenieur Pirotte, dat daar al vanaf de beginjaren van de 20e eeuw was gevestigd.

Aan het begin van de onpare zijde van de laan werden de eerste woningen – opbrengstgebouwen die nog altijd de invloed van de art deco vertoonden – rond 1950 gebouwd. In de jaren 1950 en 1960 werd deze bebouwing tot aan de Cockerweg aangevuld met modernistische appartementsgebouwen, waaronder nr. 27 (n.o.v. architect Marcel Winckel, 1965) en het opmerkelijke hoekgebouw waar architect Paul-Emile Vincent woonde (zie nr. 41). De rest van de onpare zijde werd bebouwd met vrijstaande villa’s, de meeste daterend uit de jaren 1960 en 1970. Onder de woningen met invloed van de traditionele stijl, zoals nr. 49 (jaren 1960), onderscheiden zich twee modernistische villa's ontworpen door architect Rogier De Winter (zie nr. 77 en 81).

Een private weg tussen nr. 81 een 83 leidt naar een terrein waar de Brusselse Intercommunale voor Waterdistributie in 1933 een pompstation met ondergronds reservoir van 4.000 m3 vestigde voor de bevoorrading van het stadsnet en van het brandbestrijdingsnet van de Wereldtentoonstelling de 1935. Oorspronkelijk was dit complex vanaf de Meiseselaan toegankelijk via de huidige Labradorstraat. Het bestaat uit twee gebouwen, waarvan een onder schilddak, en twee cilindervormige reservoirs die vóór 1957 werden toegevoegd.

Bronnen

Archieven
SAB/AR straten, doos 25-37, cote 25, nr.20 (07.04.1939).

SAB/PP 3404 (1933).
SAB/OW 43643 (1933), 78048 (1941-1951), 64445 (1957); 2: Laken 5567 (1901); 27: 82531 (1965).

Publicaties en studies
VAN NIEUWENHUYSEN, P., Toponymie van Laken (doctoraatsverhandeling in de Germaanse Filologie), UCL, Louvain-la-Neuve, 1998, p.
 1669.

Tijdschriften
VAN DER ELST, W., "De lotgevallen van de Meiselaan", LACA Tijdingen, 4, jaargang 15, 04.06.2004.