Onderzoek en redactie

2006-2008

 

Bekijk de weerhouden gebouwen
Van Wetstraat naar Ambiorixsquare. In het midden doorkruist door de Stevinstraat. De Jozef II-straat komt er in uit.

Deze brede straat werd aangelegd volgens het rooilijnenplan van de Noord-Oostwijk ontworpen door architect Gédéon Bordiau en goedgekeurd bij K.B. van 20.12.1875.

Ze heeft een gebogen tracé omwille van de spoorlijn die de wijk doorkruist en onder deze straat doorloopt. Oorspronkelijk liep deze spoorlijn door een open geul. In het noordelijke straatgedeelte was ze aan weerszijden geflankeerd door rijwegen. Vervolgens liep ze onder de Stevinstraat door en nam daarna de helft van de laan in beslag en liep langs het klooster van Berlaymont tot aan een station in de Wetstraat, de voorloper van het Schumanstation.

Karel de Grotelaan met ringspoorlijn, detail van een verkavelingsplan voor de Noord-Oostwijk, ca. 1880, SAB/PP 3481.

Thans is de spoorlijn overdekt. In het noordelijke straatgedeelte werd boven het spoorwegtracé een door parkingplaatsen geflankeerd plantsoen aangelegd met twee ronde verluchtingsopeningen. Voorbij de rotonde verrees langs het zuidelijke straatgedeelte in de jaren 1960 het indrukwekkende Berlaymontgebouw, een in 1959-1960 door de architecten Lucien De Vestel, Jean Gilson, André en Jean Polak ontworpen kantorencomplex op het terrein van het voormalige gelijknamige klooster (Wetstraat nr. 200). Het station is intussen ondergronds geworden.

Zoals de meeste straten in de wijk verwijst de naam van de Karel de Grotelaan naar geschiedenis van ons land. Net als de Clovislaan en de Karel Martelstraat, is haar naam geïnspireerd door de Frankische periode. Karel de Grote was van 768 tot 814 koning van de Franken. De naam werd toegekend bij collegebesluit van de Stad Brussel van 14.04 en 15.05.1877.

Oorspronkelijk was de laan bebouwd met huizen in neoclassicistische of eclectische stijl, meestal ontworpen tussen 1879 en 1906. Daaronder bevinden zich drie hoekhuizen ontworpen door architect Édouard Elle (zie nr. 26 en 28) en de persoonlijke woning van architect Georges Dhaeyer met een gevel met neogotische inslag (zie nr. 34). Laatstgenoemde is vandaag onderdeel van de ‘Résidence Charlemagne', een complex van appartementen, handelsruimten en parkings ingericht in de grondig gerenoveerde nr. 30 tot 36.

Karel de Grotelaan 68, opstand, SAB/OW 25360 (1898).

Het in 1898 door architect Édouard Ramaekers voor de kunstsmid Joseph Meert ontworpen huis op nr. 68 werd gesloopt. De hardsteen en het ijzerwerk van de gevel werden echter bewaard, zodat deze rond 2000 met behulp van nieuwe bakstenen kon gereconstrueerd worden. Het interieur van het gebouw is thans verbonden met nr. 64-66. De architect ontwierp voor de kunstsmid bovendien een achterhuis met atelier, dat in 1900 werd vergroot door architect Antoine Aulbur.

In de laan bevinden zich tevens twee huizen in Beaux-Artsstijl, respectievelijk van 1911 en 1912 (zie nr. 27a en 38).

Na de Tweede Wereldoorlog moest een groot deel van de oorspronkelijke constructies plaats ruimen voor grootschalige gebouwen. Het uitzicht van de laan zou echter nog meer ontwricht zijn als er toelating was gegeven voor alle ingediende sloop- en bouwplannen.

Tegenover het Berlaymontgebouw staat het Karel de Grotegebouw, eveneens een kantorencomplex. Het werd in 1964 ontworpen door architect Jacques Cuisinier en in 1998 opnieuw bekleed door architect Helmut Jahn (Wetstraat nr. 170). Op de hoek van de Wetstraat beslaat dit complex het terrein van vijf voormalige gebouwen van architect Almain-De Hase, de eerste vier van 1879, het vijfde van 1884. Op de hoek met de Jozef II-laan stond bovendien een huis met atelier van een kunstschilder (architect L. Martin, 1888). Op het nummer één van de straat is thans het International Press Center gevestigd met een modulaire gevel in wit beton (zie nr. 1).

Karel de Grotelaan, eerste straatgedeelte aan pare kant, op de hoek met de Jozef II-laan, atelierwoning van een kunstschilder, architect L. Martin, opstand, SAB/OW 25328 (1888).

Het appartementsgebouw met tien verdiepingen op nr. 45-47 (1966), tevens Ambiorixsquare nr. 40, en dat op nr. 92 (1964) werden ontworpen door architect Jacques Mignolet voor de NV Amelinckx. Het eerste vervangt drie huizen, waaronder een huis op nr. 47 dat in 1899 werd ontworpen voor ingenieur Henri Trullemans en dat een arkel bezat onder tentdak. Links hiervan in de richting van de square stond het huis van baron Théophile de Jamblinne de Meux (architect Jules Barth, 1893). In 1902 liet deze achteraan op zijn terrein stallingen bouwen die uitgeven op het nr. 45 van de laan.

Door de nabijheid van de Europese instellingen werden hier ook talrijke standingvolle hotels gebouwd, zoals het First Euroflat Hotel op nr. 50-62 (1975), het Martin's Central Park op nr. 80-84 (architect Gérard Clotuche, 1988) en het voormalige Dorint hotel, thans Silken Berlaymont, op nr. 11-19 (architectuurbureau Serge Roose, 1993). Op het centrale gedeelte van het terrein van dit uitgebreide complex, dat doorloopt tot in de Archimedesstraat 16-26, stonden vroeger hangars die in 1904 voor aannemer Auguste Grégoire werden ontworpen.

Bronnen

Archieven
SAB/OW Eerste straatdeel aan pare kant: 13980 (1879), 25345 (1884), 25328 (1888); 11-19: 25337 (1904), 105602 (1993), 106027 (1993); 45-47: 6608 (1892-1902), 84349 (1966); 50-62: 86066 (1975); 68: 25360 (1898-1900); 80-84: 90715 (1987), 90544 (1988); 92: 85011 (1964).
SAB/Bulletin communal de Bruxelles, 1877, t. I, p. 315.
SAB/PP 953 (1875), 956-957 (1879).

Tijdschriften
11-19
: LOZE, P., ‘L'hôtel Dorint à Bruxelles par l'atelier d'architecture Serge Roose', A+, 142, 1996, pp. 25-27.