Onderzoek en redactie

1989-1994

 

Bekijk de weerhouden gebouwenVan Lakensestraat naar Kalkkaai. Zuidelijke kade van het vroegere Stapelhuisdok, cf. de tegenoverliggende Hooikaai. Het Stapelhuisdok, oorspronkelijk Hooidok genaamd, werd vanaf 1639 door metselaar H. Faye aangelegd in een moerassige weide, de zogenaamd “Guillielmus” of Begijnenweide, dwars op de oostzijde van het bestaande Schuitendok, aan de westzijde werd tegelijkertijd ook de zogenaamd “Mestback” tot een kleiner dok omgevormd. Het 16e-eeuwse dokkencomplex (zie Baksteenkaai) kende hiermee een gevoelige uitbreiding. De talrijke pakhuizen en herenwoningen die hier in de loop van 17e eeuw, en nog tot in het begin van deze eeuw beide kadewanden bepaalden, herinnerden niet alleen aan de belangrijke economische activiteit maar ook aan het mondaine karakter van de oude havenwijk. Getuige hiervan ook de oprichting van een theater waar in 1682 voor het eerst een Italiaanse opera werd opgevoerd. Daarbij kwam de vestiging van nieuwe industrieën in 18e eeuw, zoals porselein- en glasmanufacturen en een suikerraffinaderij. In 1780-1781 werd op de oostelijke kade het zogenaamd “Entrepot” gebouwd naar ontwerp van architect R. Nivoy, het eerste stedelijk goederenpakhuis dat deze functie tot 1847 vervulde, en waarvan de gevel later werd geïncorporeerd in de Koninklijke Vlaamse Schouwburg (zie Lakensestraat nr. 146). De benaming Arduinkaai en Hooikaai ontstonden in 19e eeuw, verwijzend naar de toenmalige functie. Het Stapelhuisdok werd in 1910-1911 gedempt en met bomenrijen afgeboord. Een belangrijk gedeelte werd recent heringericht tot speelterrein.

Heden heterogene gevelwand, verbroken door ruime bressen. Slechts enkele resterende panden met een 17e-eeuwse kern, veelal dan nog verbouwd of verwaarloosd. Nr. 4-5 en 27 vertonen muurankers en zandstenen elementen. Eén van de laatste twee hier bewaarde oude pakhuizen aan de vroegere dokken, werd gesloopt. Voorts interbellumarchitectuur en hoge nieuwbouw.