Onderzoek en redactie
1989-1994
Bekijk de weerhouden gebouwenVan Koningsplein naar Schaarbeeksepoort.
Het eerste straatgedeelte van de Koningsstraat tot het Leuvenseplein, vormt, zoals de Hertogsstraat en de Wetstraat, één der hoofdassen van de Warandewijk, een ensemble in classicistische stijl, vanaf 1776 naar ontwerp van architect Barnabé Guimard aangelegd op de tuinen van het Koudenbergpaleis (zie Park van Brussel).
Het zuidelijke straatgedeelte, grenzend aan de westzijde van het Park, werd oorspronkelijk geflankeerd door twee dwarsgangen aan weerszij van de Warandeberg, de Bibliotheekgang (huidige Baron Hortastraat) ten zuiden en de Parkgang (huidige Koloniënstraat) ten noorden, in het verlengde van de dwarsassen van het Park en de Wetstraat. Ten zuiden, ter hoogte van het latere Paleizenplein, maakte de straat een knik, in het verlengde van de diagonaalas van het Park, en mondde uit in de lengte-as van het Koningsplein. Het noordelijke straatgedeelte, voorbij de Wetstraat, sloot aan op het Leuvenseplein.
De aanleg nam een aanvang in 1776 en nog in hetzelfde jaar werd een reeks van zevenentwintig bouwterreinen tussen de Bibliotheekgang en de Parkgang, ten westen grenzend aan de eerste stadsomwalling (11e-13e eeuw), verkocht. De doorbraak naar het Leuvenseplein werd in 1777 gerealiseerd op de terreinen van het huis “Klein Leuven”. De aansluiting op het Koningsplein, doorheen het vroegere Clutinckdal, vereiste aanzienlijke aanaardingswerken. De nivelleringswerken waren in 1778 voltooid en kort daarop werd een voorlopige bestrating gelegd. In 1779 werd het laatst overgebleven, meest zuidelijke bouwterrein afgestaan aan de abdij van Grimbergen.
De bebouwing werd in 1777 aangevat en vermoedelijk in het begin van de jaren 1780 voltooid. Een reeks panden ten zuiden van de Warandeberg werd voor rekening van het Klein Begijnhof opgetrokken. Het merendeel van de woningen, eertijds betrokken door aristocratische families, werd vanaf eind 19e-begin 20e eeuw ingenomen door grote maatschappijen en financiële instellingen en geleidelijk versmolten tot ruimere complexen.
De Koningsstraat vormde oorspronkelijk een homogeen architecturaal ensemble in classicistische stijl, gekenmerkt door een gedifferentieerde dispositie, een uniforme, bepleisterde en beschilderde afwerking en een doorlopende horizontale geleding. De hoeken met de drie dwarsassen werden ingenomen door twee aan twee identieke paviljoenen met onderling verschillend volume en opstand. De twee tussenliggende bouwblokken waren samengesteld uit herenhuizen, per twee of drie gekoppeld achter een symmetrisch gevelscherm, veelal geritmeerd door risalieten. Hetzelfde gold voor het ruimere complex van het Klein Begijnhof. Het noordelijke straatgedeelte vertoonde volkomen symmetrische gevelfronten aan beide straatzijden. Ten zuiden vormde een balustrade met leeuwen, trofee en vazen de overgang naar het Koningsplein, in symmetrie met deze van het latere Academiënpaleis aan de tegenover liggende Hertogsstraat. De Bibliotheekgang was afgesloten door een groenscherm voor het Domus Isabellae, de Parkgang door een classicistisch gevelfront met middenrisaliet en balustrade; de vernauwing van de Warandeberg werd symmetrisch geflankeerd door de voorbouwen van de refugehuizen van de abdijen van Averbode en Park. Hoewel voor de Koningsstraat geen eenheidsontwerp werd opgelegd, is het merendeel der gebouwen toe te schrijven aan architect Barnabé Guimard, geattesteerd door archivalia voor de hoekpaviljoenen, het Klein Begijnhof, de noordelijke gevelfronten, de balustrade en voornoemde refuges. Als sluitstuk voorzag hij een monumentale fontein op het Leuvenseplein. Voor één enkel gebouw wordt architect Ph. Sandrié als architect vermeld, een ander wordt op basis van stijlkenmerken toegeschreven aan architect J.B.V. Barré.
Het merendeel van de panden, met uitzondering van nr. 14, 52, 70-72, 74, 76 en Wetstraat nr. 2, werden in de loop van 20e eeuw gesloopt en wederopgebouwd, enkele tot tweemaal toe, de opstanden grotendeels als kopie van de bestaande, doch met een parement van natuursteen. De behouden hoekhuizen nr. 52, 70-72 en 74 werden fors uitgebreid, het uitzicht van de noordelijke gevelfronten (nr. 76 en Wetstraat nr. 2) onderging wijzigingen.
De Koningsstraat werd vanaf 1822, naar ontwerp van architect H.L.F. Partoes en ingenieur Werry van 1821, in rechte lijn doorgetrokken tot de Schaarbeeksepoort. Het tracé werd hier afgesloten door octrooipaviljoenen naar ontwerp van stadsarchitect N. Roget uit 1826-1827, wederopgebouwd naar ontwerp van architect Joseph Poelaert van 1858. Vervolgens werd vanaf 1827 het laatste straatgedeelte gerealiseerd over het grondgebied van de gemeenten Sint-Joost-ten-Node en Schaarbeek, tot het Koninginneplein, waar de beeldas uiteindelijk werd afgesloten door de Koninklijke Sint-Mariakerk naar ontwerp van architect H.D.L. Van Overstraeten van 1844. Het straatgedeelte tot de Schaarbeeksepoort werd grotendeels bebouwd in de periode 1823-1850. Een eerste belangrijke groep woningen kwam volgens bouwaanvragen nog in de jaren 1820 tot stand: heren- en burgerhuizen met enkel- en dubbelhuisopstand, meestal gekoppeld, met overwegend uniforme opstand gekenmerkt door schijnvoegen op de begane grond en entablementen op de bel-etage, cf. nr. 105-109, 114-116 en 135; of eenvoudiger opstand, cf. nr. 127 (1828, architect F. Coppens?). Afwijkende ordonnantie onder meer in de markante woning en atelier van de schilder F. Navez van 1824, heden gesloopt. Een reeks panden uit de jaren 1830-1840 vertoont een meer gedifferentieerd gevelbeeld, onder meer door een benadrukte poorttravee of -risaliet, rondbogen en bijkomende mezzanino, cf. nr. 83 en 166, en vroege neo-Italiaanse-renaissance-elementen, cf. nr. 79-81. De oostelijke gevelwand werd gedeeltelijk wederopgebouwd ingevolge de aanleg van de Onze-Lieve-Vrouw-ter-Sneeuwwijk naar ontwerp van architect Antoine Mennessier van 1874 (zie Congresstraat): voornamelijk winkelhuizen in overladen eclectische stijl, cf. nr. 1 tot 33. Vanaf begin 20e eeuw, toenemend belang van de handels- en dienstensector, resulterend in aanpassing en uitbouw van panden, en kantoorbouw, cf. nr. 130 (1907, architect A. Desruelles). Voortgezet tijdens de naoorlogse periode, waarbij verstoring van de gegroeide, gedifferentieerde schaalverhouding door hoge, monofunctionele kantoorcomplexen. Heden verkeersdrukke straat en belangrijke invalsweg uit noordelijke richting, in het midden onderbroken door de aanleg rond de Congreskolom (zie Congresplein). Standbeeld van de vestingbouwkundige generaal H.A. Brialmont (1821-1905) door beeldhouwer F. Huygelen van 1928, ter hoogte van de Leuvenseweg. Afwijkend van het gehanteerde numerieke ordeningssysteem, worden de items in het 18e eeuwse straatgedeelte van de Koningsstraat achtereenvolgens behandeld, gevolgd door deze in het 19e eeuwse straatgedeelte.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 20795 (1828), 20815 (1824), 3980 (1907); P.P., 1931-1934.
Publicaties en studies
DES MAREZ, G., Guide illustré de Bruxelles. Monuments civils et réligieux, Bruxelles, 1918. Remis à jour et complétté par A. Rousseau, Bruxelles, 1979, p. 277-280.
SAINTENOY P., Les Arts et les Artistes a la Cour de Bruxelles, dl. 3, Brussel, 1934, p. 356-364.
SINT-LUKASARCHIEF, Koningsstraat, Bijzonder beschermingsplan, 1980.