Typologie(ën)
appartementsgebouw
historische lift
historische lift
Ontwerper(s)
Liévin VAN LABEKE – architect – 1954
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
naoorlogs modernisme
Inventaris(sen)
- Het monumentale erfgoed van België. Laken (Archistory - 2016-2019)
- Inventaris van de historische liften (Homegrade - DPC)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - plaats van herinnering van een gemeenschap, van een sociale groep (bijvoorbeeld: potale in Sainte-Agathe, het kerkplein in Berhem-Sainte-Agathe, Vieux Tilleuls de Boendael in Elsene) - een plaats met volkssymboliek (b.v. Café La Fleur en Papier Doré in de Alexiensstraat) - een plaats waar een wijk gegroepeerd of gestructureerd is (bv. de Fer à Cheval-gebouwen in de Floréal-woonwijk).
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroeg gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (> engineering), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan mbt een wetenschappelijke waarde.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2018
id
Urban : 38476
Beschrijving
Op de hoek met de Emile Van
Ermengemlaan, modernistisch appartementsgebouw, n.o.v. architect Liévin Van
Labeke voor eigen rekening, 1954.
Gebouw van vier bouwlagen, onder plat dak, met vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan weerszijden van een brede afgeronde hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw.. Gevel in oranjekleurige baksteen met elementen in beton en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Muuropeningen met uitspringende omlijsting. In elke bouwlaag, venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) per twee of drie gegroepeerd binnen eenzelfde omlijsting; traveevlakken in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Talrijke kleine keldervensters aan de Stiénonlaan. Op de tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan deze zijde, gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. over drie bouwlagen. Aan de Van Ermengemlaan, onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met garage-ingangen. De eerste vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) uitspringend, de vierde met hoekvensters. Boogvormige traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met halfondergrondse ingang, toegankelijk via een trap die aan de linkerkant door een hek wordt afgeboord. In de bovenste bouwlagen, brede vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. met twee monelenStenen vensterstijl., in de eerste bouwlaag achter Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt.. In de volgende bouwlagen, balkon dat langer is dan de muuropeningen, het laatste onder een uitsprong van het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Metalen borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met horizontale staven en een decor van gebogen lijnen die kenmerkend zijn voor de periode rond 1950. Beglaasde metalen deur met hetzelfde decor. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen.
Drie appartementen per bouwlaag.
Gebouw van vier bouwlagen, onder plat dak, met vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan weerszijden van een brede afgeronde hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw.. Gevel in oranjekleurige baksteen met elementen in beton en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Muuropeningen met uitspringende omlijsting. In elke bouwlaag, venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) per twee of drie gegroepeerd binnen eenzelfde omlijsting; traveevlakken in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Talrijke kleine keldervensters aan de Stiénonlaan. Op de tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan deze zijde, gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. over drie bouwlagen. Aan de Van Ermengemlaan, onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met garage-ingangen. De eerste vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) uitspringend, de vierde met hoekvensters. Boogvormige traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met halfondergrondse ingang, toegankelijk via een trap die aan de linkerkant door een hek wordt afgeboord. In de bovenste bouwlagen, brede vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. met twee monelenStenen vensterstijl., in de eerste bouwlaag achter Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt.. In de volgende bouwlagen, balkon dat langer is dan de muuropeningen, het laatste onder een uitsprong van het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Metalen borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met horizontale staven en een decor van gebogen lijnen die kenmerkend zijn voor de periode rond 1950. Beglaasde metalen deur met hetzelfde decor. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen.
Drie appartementen per bouwlaag.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 63551 (1954).
Opmerkelijke bomen in de nabijheid