

Typologie(ën)
woning
Ontwerper(s)
Edmond SUYS – (meester-)metselaar, aannemer, plafonneerder – 1905-1907
Ant. SUYS – (meester-)metselaar, aannemer, plafonneerder – 1905-1907
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Neoclassicisme
Inventaris(sen)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen of landschappen hebben in het verleden een prominente rol gespeeld in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte en de stedelijke ruimte. Meestal bepalen zij andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het daarin een rol speelt, bijvoorbeeld : - hoekgebouwen; - coherente pleinen of homogene huizenrijen (gevels die een ensemble vormen van dezelfde stijl, periode en volume); - tuinwijken, - deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, - relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe die architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016, 2019
id
Urban : 36968
Beschrijving
Twee gehelen van twee huizen met
neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. inslag, rug-aan-rug ontworpen op haaks gebogen percelen voor
– en misschien door – de gebroeders Ant. en Edm. Suys, aannemers-stukadoors,
blekers en metselaars, in respectievelijk 1905 en 1907.
Bepleisterde gevels met imitatievoegen en/of verdiepte schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. Schrijnwerk vervangen.
Op nr. 31-33 en 35-37 Elektriciteitsstraat, opstandenBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. van vier bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen. Centrale deur naar het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. achteraan. Op de twee bovenste verdiepingen, borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met sgraffitidecorSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister)..
Op nr. 31-33, benedenverdieping met twee grote venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. die twee winkelpuien met zijdeur vervangen. Eerste twee verdiepingen belijnd door een knoppenfries. Centraal, gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. verankerd in geprofileerde wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere. met groeven en diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen. op de eerste verdieping, balkon met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in hetzelfde materiaal op de tweede, thans zonder consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Sgraffiti met het jaartal “ANNO” “1905” in rolwerkcartouches op de tweede verdieping, met guirlandeversiering op de laatste.
Op nr. 35-37, benedenverdieping met etalage met pilastervormige stijlenVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust. onder een houten entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. met kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met lambrekijn, links geflankeerd door een deur; vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. gevolgd door een deur rechts. Verdiepingen geritmeerd door banden, de tweede verdieping belijnd door een friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met een afwisseling van panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. en diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen.. Vensters met omlijsting met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief.. Op de eerste verdieping, borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met pilastervormige wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere., gegroefd en met diamantkopPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen. aan de zijkant (links verdwenen), vensterleuningLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal. in het midden. Op de tweede verdieping, sgraffitiSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister). met floraal decor. Op de laatste, paneel1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. met cirkelmotief rond een floraal reliëf. Mansardedak niet volgens oorspronkelijk plan.
Op nr. 32-34 en 36 Prévinairestraat, huizen van twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Op de verdieping, venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met lateiBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt. onder getandeLijst met kleine repetitieve kubusvormige elementen (tanden); guttae hebben de vorm van een afgeknotte kegel en bevinden zich eerder onder aan een console of triglief. kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., op nr. 32-34 met neerhangende dennenappels, op nr. 36 met keellijst. Borstweringen met getandeLijst met kleine repetitieve kubusvormige elementen (tanden); guttae hebben de vorm van een afgeknotte kegel en bevinden zich eerder onder aan een console of triglief. orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief.. Twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in het onderschild.
Op nr. 32-34, benedenverdieping met vier muuropeningen, afwisselend venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en deuren, de eerste deur leidend naar het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. achteraan. Vier gelijke venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verdieping.
Op nr. 36, benedenverdieping vroeger met dezelfde afwisseling als op nr. 32-34, de tweede deur thans verwijderd. Op de verdieping, twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. die een geprofileerde kordonband onderbreken. In het midden was een verticaal paneel1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. gepland.
Bepleisterde gevels met imitatievoegen en/of verdiepte schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. Schrijnwerk vervangen.
Op nr. 31-33 en 35-37 Elektriciteitsstraat, opstandenBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. van vier bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen. Centrale deur naar het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. achteraan. Op de twee bovenste verdiepingen, borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met sgraffitidecorSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister)..
Op nr. 31-33, benedenverdieping met twee grote venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. die twee winkelpuien met zijdeur vervangen. Eerste twee verdiepingen belijnd door een knoppenfries. Centraal, gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. verankerd in geprofileerde wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere. met groeven en diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen. op de eerste verdieping, balkon met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in hetzelfde materiaal op de tweede, thans zonder consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Sgraffiti met het jaartal “ANNO” “1905” in rolwerkcartouches op de tweede verdieping, met guirlandeversiering op de laatste.
Op nr. 35-37, benedenverdieping met etalage met pilastervormige stijlenVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust. onder een houten entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. met kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met lambrekijn, links geflankeerd door een deur; vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. gevolgd door een deur rechts. Verdiepingen geritmeerd door banden, de tweede verdieping belijnd door een friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met een afwisseling van panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. en diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen.. Vensters met omlijsting met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief.. Op de eerste verdieping, borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met pilastervormige wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere., gegroefd en met diamantkopPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen. aan de zijkant (links verdwenen), vensterleuningLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal. in het midden. Op de tweede verdieping, sgraffitiSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister). met floraal decor. Op de laatste, paneel1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. met cirkelmotief rond een floraal reliëf. Mansardedak niet volgens oorspronkelijk plan.
Op nr. 32-34 en 36 Prévinairestraat, huizen van twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Op de verdieping, venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met lateiBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt. onder getandeLijst met kleine repetitieve kubusvormige elementen (tanden); guttae hebben de vorm van een afgeknotte kegel en bevinden zich eerder onder aan een console of triglief. kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., op nr. 32-34 met neerhangende dennenappels, op nr. 36 met keellijst. Borstweringen met getandeLijst met kleine repetitieve kubusvormige elementen (tanden); guttae hebben de vorm van een afgeknotte kegel en bevinden zich eerder onder aan een console of triglief. orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief.. Twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in het onderschild.
Op nr. 32-34, benedenverdieping met vier muuropeningen, afwisselend venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en deuren, de eerste deur leidend naar het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. achteraan. Vier gelijke venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verdieping.
Op nr. 36, benedenverdieping vroeger met dezelfde afwisseling als op nr. 32-34, de tweede deur thans verwijderd. Op de verdieping, twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. die een geprofileerde kordonband onderbreken. In het midden was een verticaal paneel1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. gepland.
Bronnen
Archieven
GAA/DS Elektriciteitsstraat 31-33, Prévinairestraat 32-34: 10522 (13.10.1905); Elektriciteitsstraat 35-37, Prévinairestraat 36: 11565 (29.11.1907).
Opmerkelijke bomen in de nabijheid