Typologie(ën)

appartementsgebouw

Ontwerper(s)

Alphonse SONCKarchitect1957

Stijlen

naoorlogs modernisme

Inventaris(sen)

  • Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2013-2015

id

Urban : 23565
lees meer

Beschrijving

Modernistisch appartementsgebouw, gesigneerd ter hoogte van de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. “Alpho.[nse] Sonck architecte Bruxelles”, 1957.

Opstand van vijf bouwlagen. De inspringende laatste bouwlaag wordt bekroond door een luifelvormige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en neemt de laatste verdieping slechts gedeeltelijk in, gezien groot terras. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in hardsteen en breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen., de rest van de opstand bekleed met simili-tegels.
Op de benedenverdieping, terugwijkende portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. naast diep inspringende garagepoort, rechts breed vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. achter betonnen plantenbak. Op verdieping laterale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bestaande uit breed vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. achter een betonnen plantenbak met metalen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., doorlopend  op eerste en laatste verdieping, de centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) is opengewerkt met kleine, per vier gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. hoge vensters

Interieur. Plan met twee appartementen per bouwlaag (eerste, tweede en derde verdieping); één appartement op de benedenverdieping en op de laatste verdieping.

Bronnen

Archieven
GAE/DS 107-12.