Typologie(ën)

villa

Ontwerper(s)

Jacques DUPUISarchitect1977

Dominique DE SURGÈRESarchitect1977

INCONNU - ONBEKEND1989

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

naoorlogs modernisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2008

id

Urban : 22437
lees meer

Beschrijving

Villa in 1977 ontworpen door de architecten Jacques Dupuis en Dominique de Surgères, gebouwd van oktober 1977 tot oktober 1978.

Om aan de wensen van de opdrachtgever tegemoet te komen is de volumetrie gebaseerd op de landelijke architectuurVoorbeelden van landelijke architectuur, treffen we voornamelijk aan in de verstedelijkte rand van Brussel. Ze verwijzen in dat geval vaak naar het ruraal verleden van dat gebied, nu opgeslorpt door de stad. Meestal gaat het om een zeer bescheiden architectuur, met gevels in witgekalkte baksteen en pannendaken. Naast woningen vinden we ook oude boerderijen. De belangrijkste voorbeelden stammen uit de 17e-18e eeuw., terwijl de vormen zelf modern zijn. Het lyrische idioom van architect Dupuis is hier en daar herkenbaar. De materialen zijn bescheiden: muren in wit beschilderde baksteen, zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met twee asymmetrische dakhellingen bedekt met ‘nachtroze' leisteen. Het gebouw telt aan straatzijde één bouwlaag en aan tuinzijde, waar het dak minder laag overhelt, twee bouwlagen.

Het gebouw werd oorspronkelijk links geflankeerd door een balkvormige garage onder plat dak. Deze werd in 1989 naar plannen van architect Surgères vervangen door een uitbreiding van het volume van het hoofdgebouw. De verbinding tussen deze uitbreiding en het oorspronkelijke gebouw is vandaag nog zichtbaar in de leistenen dakbedekking.

Montgolfierlaan 14 (foto 2009).

De noordoostelijk georiënteerde gevel aan straatzijde is zo goed als blindZonder opening; blind venster, schijnopening.. Hij bestaat uit twee verspringende muurvlakken, in de tussenruimte waarvan een nis ontstaat met daarin de toegangsdeur die haaks op de gevel staat. Het gevelgedeelte dat de deur maskeert is concaaf. Deze boogvorm loopt op de grond door in een klein grindpad dat langs een Japanse tuin loopt.

Over de rechter-, noordwestelijk gerichte, topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. loopt een ellipsvormige schouw in rechtopstaande, lichtpaarse Kortrijkse baksteen. Meerdere rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. op verdieping. In het grasperk voor deze zijgevel was een gebogen muurtje gepland dat moest beschermen tegen inkijk van voorbijgangers. Het werd echter nooit gebouwd.

Montgolfierlaan 14, schouw gezien vanaf de tuin (foto 2009).

De zuidoostelijk georiënteerde tuingevel heeft grote rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. De linkerkant, ter hoogte van de woonkamer, is over de hele hoogte inspringend, waardoor de gevel met een spel van volumes wordt verlevendigd. Centraal balkon met platform en borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in gewapend beton. TraveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in gedeelte dat in 1989 werd toegevoegd eveneens inspringend.

Het grondplan is ontworpen in functie van de oriëntatie van de zon. De secundaire ruimten (hal, trap, bureau) liggen aan de noordwaarts gerichte straatzijde. De leefruimten (woonkamer, eetkamer) zijn zuidwaarts gericht op de tuin. Hetzelfde geldt voor de verdieping, waar de slaapkamers op het zuiden zijn gericht, terwijl de badkamers zich onder de noordelijk gerichte dakhelling bevinden. Dit is een gebruikelijke indeling bij Dupuis: zijn huizen hebben aan straatzijde een gesloten karakter, zeker als deze op het noorden is gericht, terwijl ze aan tuinzijde rijkelijk voorzien zijn van venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., zeker als deze op het zuiden is gericht. Daardoor kunnen de leefruimten volop profiteren van het zonlicht, terwijl de intimiteit van de bewoners verzekerd is.

Interieur. De hal, een waar bravourestukje, is twee verdiepingen hoog. De stenen trap rust op gebogen muren. De trapleuning met kronkelige aanzet en zigzagvormige stijlen, herinnert aan die van de villa Le Parador. De door middel van grote venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met afgeronde hoeken, rijkelijk verlichte gang op de verdieping is vanaf de benedenverdieping zichtbaar, wat interessante interne perspectieven oplevert. De verbinding tussen de met dennenplanken beklede dakhelling en de kronkelende muur resulteert in talrijke curven.

Montgolfierlaan 14, schouw in de woonkamer (foto 2009).

De ellipsvormige schouw die over de westelijke gevel loopt, vormt aan de binnenkant een centrale schouw met rechthoekige open haard in de woonkamer. Net zoals aan de buitenkant is ze afgewerkt met zichtbare rechtopstaande lichtpaarse bakstenen. De behandeling van de andere vertrekken is conventioneler.

Het terrein waarop dit huis werd gebouwd, maakte oorspronkelijk deel uit van de tuin van de villa Le Parador in de Louis Jasminlaan 297, het eerste ontwerp van Jacques Dupuis. Op het einde van de jaren 1950 werd deze tuin in twee gesneden door de aanleg van de Montgolfierlaan. Zo werd het achterste gedeelte van de tuin een apart perceel.

Het huis werd gebouwd voor de nicht van de architect en haar familie. Dit was het laatste ontwerp van de hand van Dupuis voor zijn dood in 1984. De periode tussen 1946 en einde jaren 1960 was de meest vruchtbare voor de architect. Omwille van gezondheidsredenen was hij in zijn latere jaren minder creatief. Niettemin is deze woning een interessant ontwerp, vooral wat betreft de configuratie van de inkom en de hal. Het geheel is echter minder radicaal en minder krachtig dan de oudere verwezenlijkingen van Dupuis, zoals bijvoorbeeld de huizen Bedoret en Everaert in Ukkel. Jacques Dupuis moest hier dan ook rekening houden met een relatief bescheiden budget van een jong gezin.

Bronnen

Archieven
GASPW/DS 108 (1977), 269 (1989).

Bibliografie
COHEN, M., THOMAES, J., Jacques Dupuis l'architecte, La lettre volée/Ministère de la Communauté française, Brussel, 2000, p. 315.
EPHREM, JACOBY, F., Bruxelles retrouvé, T. 2, Bruxelles-Est, éditions Alice, Brussel, 2005, p. 122.