Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Ernest TONDEURarchitect1914

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

  • Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2011-2013

id

Urban : 21571
lees meer

Beschrijving

Burgerwoning in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., n.o.v. architect E. Tondeur, 1914.

Drie bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. verlicht door dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Op hardstenen sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel., bakstenen gevel versierd met witstenen elementen. Over de eerste twee bouwlagen, halfronde voorbouw bekroond door een terras met smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. DrielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. in elke bouwlaag; muuropeningen in verschillende vormen. Benedenverdieping met geblokte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Bewaarde deur.

Achteruitbouwstrook afgesloten door een muurtje rond bewaard ijzeren traliewerk.

Bronnen

Archieven
GAE/DS 176-3.