Typologie(ën)

appartementsgebouw

Ontwerper(s)

DEWANDELarchitect1921

Stijlen

Eclectisme
Beaux-Artsstijl

Onderzoek en redactie

2010-2012

id

Urban : 20853
lees meer

Beschrijving

Op hoek met Opaallaan, appartementsgebouw in eclectische stijl met invloeden van Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. n.o.v. architect Dewandel i.o.v. een familielid, 1921.

Gevel van vier bouwlagen en twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Opaallaan, gebogen hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. en vijf ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Léon Frédéricstraat. Gevel in rood beschilderde baksteen, met elementen in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. en hardsteen. Afgeronde erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. I-balkIJzeren latei met I-profiel.. DrielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. op benedenverdieping en op hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw., die laatste met balkons op eerste twee verdiepingen.
Kant Léon Frédéricstraat, centrale toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met verspringende bouwlagen en tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. op middelste bouwlagen; borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. versierd met sgraffiti (beschadigd) van festoenenAan strikken of linten opgehangen slinger van gehouwen of gesneden vruchten en loofwerk, vaak met neerhangende uiteinden. en guirlandes. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. op verdiepingen. Lekdorpels met spuwerUitmonding van een goot of waterbekken waarlangs overtollig water wordt afgevoerd.. Smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Grotendeels bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .

Bronnen

Archieven
GAS/DS 167-47.