Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

René BARTHOLEYNSarchitect, bouwpromotor / vastgoedontwikkelaar1908

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2010-2012

id

Urban : 20389
lees meer

Beschrijving

Vijf verwante huizen die wellicht allemaal zijn ontworpen door architect René Bartholeyns, nr. 106 voor eigen rekening, 1908.

Begin van een bijzonder homogene huizenrij in eclectische stijl tot nr. 120.

Gevels bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. met schijnevoegen. Asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. met traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met verspringende bouwlagen, behalve die op nr. 106. Elke traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gevat in een monumentale en bewerkte arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. (bossage, canneluresParallelle, gootvormige decoratieve groeven op een zuil of pilaster., kapitelen). Balkon op de eerste verdieping.

Op nr. 106, 108 en 112 vormen verwante gevels met tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. met deelzuiltjeZuiltje dat een vensteropening verdeelt ter ondersteuning van een latei of de onderverdelende bogen. in de derde bouwlaag op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., stijlen in pilastervorm. Op nr. 106, balkon dat volgens het oorspronkelijke plan overdekt was met een schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde..

Op nr. 110 en 114, identieke gevels met rechthoekige muuropeningen belijnd door een kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels.. Deur met kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog..

Gietijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. bewaard. Deuren bewaard, behalve op nr. 114. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. deels bewaard op nr. 108 (benedenverdieping en toegangstravee).

Bronnen

Archieven
GAS/DS 106: 105-106; 108, 110: 105-108-110; 112, 114: 105-112-114.