Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

François COBBAERTarchitect1911

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2010-2012

id

Urban : 20285
lees meer

Beschrijving

Burgerhuis in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl, gesigneerd en gedateerd op de sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. “COBBAERT. F / ARCH. 1914”.

Gevel met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Gevel van rode en gele bakstenen en elementen in witsteen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Hoge hardstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. Muuropeningen met koofvormigeConvex gebogen lijst. omlijsting en onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Deur onder mijterboogBoog gevormd door twee schuin tegen elkaar geplaatste schenkels.. SmeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., op de benedenverdieping bevestigd aan pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., op de eerste verdieping rond een balkon met bakstenen wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere. onder topstuk. FriesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met decor van uitspringende bakstenen, belijnd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. waarop de consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. van de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). rusten. Centrale dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Deur en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd. bewaard.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 180-10.