Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Nestor VAN DE VELDEarchitect1913-1914

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Landschappelijk
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2010-2012

id

Urban : 20215
lees meer

Beschrijving

Geheel van zes burgerhuizen in eclectische stijl, oorspronkelijk drie aan drie identiek, n.o.v. architect Nestor Van De Velde, 1913-1914.

Gevels van twee bouwlagen met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.; hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is.. Bakstenen gevels met elementen in witte baksteen en hardsteen. Deuren met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt.. Balkons met gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Deuren bewaard op nr. 7, 9 en 15, raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. bijna volledig vervangen.

Op nr. 7 tot 11, steekboog-, korfboog- of rondboogvensters. PuntgevelsGevel waarvan de top driehoekig is. met tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. afgeboord door een kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op twee korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken.. Kleine dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. op het ondervlak. Bakstenen versiering op de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..

Op nr. 13 tot 17, meeste muuropeningen onder I-balkIJzeren latei met I-profiel. en ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.. Oeils-de-bœuf op de toegangstraveeënTravee waarin de toegang is ondergebracht.. Op nr. 15 en 17, puntgevelsGevel waarvan de top driehoekig is. met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. onder een kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met lamberkijnDraperie in guirlandevorm, al dan niet met kwasten; vaak geschilderd of nagebootst in hout, metaal, .... Op nr. 13, bouw van een trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door een terras, en verbouwing van de puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. in 1934 (n.o.v. architect P. Breugelmans).

Bronnen

Archieven
GAS/DS 7 tot 11: 39-7-11; 13, 15: 39-13-15; 17: 39-17.