Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1874
Stijlen
Neoclassicisme
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Brussel Uitbreiding Zuid (Apeb - 2005-2008)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2005-2006
id
Urban : 16289
Beschrijving
Ensemble van twee identieke groepen van telkens twee burgerwoningen volgens spiegelbeeldschema in neoclassicistische stijl, met symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. voor zelfde opdrachtgever, 1874. Van elkaar gescheiden door twee lagere huizen (zie nr. 110, 112).
Telkens centraal balkon met ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Meeste venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op verdiepingen glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal.. BossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen)., rankwerkVersiering bestaande uit een buigzame, slingerende tak, versierd met lofwerk., keperfriezen, enz.
Oorspronkelijke deuren en kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... deels vervangen. Op nr. 114 venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van benedenverdieping verlaagd.
Telkens centraal balkon met ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Meeste venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op verdiepingen glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal.. BossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen)., rankwerkVersiering bestaande uit een buigzame, slingerende tak, versierd met lofwerk., keperfriezen, enz.
Oorspronkelijke deuren en kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... deels vervangen. Op nr. 114 venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van benedenverdieping verlaagd.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 24701 (1874).
