Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Léopold GHEUDEingenieur-architect1922

Stijlen

Beaux-Artsstijl
Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Etterbeek (DMS-DML - 1994-1997)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 15486
lees meer

Beschrijving

Pand in eclectische stijl n.o.v. ir. Léopold GHEUDE, 1922.

Vier bouwlagen. Gevel in simili-natuursteen op arduinen plint. Op begane grond garagepoort en deur; muuropeningen ingeschreven in korfboognissen. Gestapelde bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. van twee verdiepingen op lampetvormige uitbuiging met telkens vier venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., rechthoekig en onder latei met tandlijst op eerste verdieping, korfbogig vierlicht op tweede verdieping; panelen op borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. aan weerszijden geflankeerd door colonnet met centrale schachtring, aan de onderkant eindigend op omgekeerd hartmotief, aan de bovenkant door grote gestileerde palmetVersiering in de vorm van een palmblad..
Laatste verdieping van de overige bouwlagen gescheiden door brede kordonlijst; loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. met ijzeren leuning in het verlengde van bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte., verlicht door vier rechthoekige muuropeningen. Licht gebogen gevelbeëindiging op gestrekte uiteinden met brede friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). voorzien van gestileerde palmettenVersiering in de vorm van een palmblad. en smalle kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..

Bronnen

Archieven
GAEtt./OW 2070 (1922).