Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
Arthur VANDAELE – architect – 1923
Stijlen
Beaux-Artsstijl
Inventaris(sen)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Etterbeek (DMS-DML - 1994-1997)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
1993-1995
id
Urban : 14035
Beschrijving
Fraaie woning onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. waarvoor bouwaanvraag van 1923, n.o.v. arch. A. & M. VANDAELE.
Bepleisterde gevel met imitatievoegen van drie bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) waarvan twee centraal gegroepeerd vanaf de tweede bouwlaag. Muuropeningen op de verdiepingen gevat in verdiepte rechthoekige velden met tandlijst. Begane grond met twee getraliede keldergaten ; rechthoekige deur links geflankeerd door vensterLicht- en/of luchtopening in een muur., rechts drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. Bel-etage met in brede centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) twee deurvensters met balkon op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., in zijtraveeën twee rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. ; muuropeningen onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. In de derde bouwlaag vier korfboogvensters. Gevelbeëindiging met pseudo-attiek boven de centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).
Bepleisterde gevel met imitatievoegen van drie bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) waarvan twee centraal gegroepeerd vanaf de tweede bouwlaag. Muuropeningen op de verdiepingen gevat in verdiepte rechthoekige velden met tandlijst. Begane grond met twee getraliede keldergaten ; rechthoekige deur links geflankeerd door vensterLicht- en/of luchtopening in een muur., rechts drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. Bel-etage met in brede centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) twee deurvensters met balkon op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., in zijtraveeën twee rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. ; muuropeningen onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. In de derde bouwlaag vier korfboogvensters. Gevelbeëindiging met pseudo-attiek boven de centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).
Bronnen
Archieven
GAEtt./OW 3585 (1923).