Typologie(ën)
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1907
Stijlen
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Twee identieke huizen volgens repeterend schema in eclectische stijl met polychroom parementGangbaar geveltype in België tussen 1890 en 1914, gekenmerkt door een speelse verwerking van kleurrijke materialen en tal van ornamenten; vaak gevels met een asymmetrische compositie. en symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., 1907.
Bakstenen gevel met lichtgekleurde bakstenen elementen. Centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) risaliterend met op verdiepingen balkons volgens verkleinende ordonnantie met gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. leuning; bekroond met puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. waarin tweelicht. MansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken..
Bronnen
GASG/DS – (1906).