Ontwerper(s)

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neo-Vlaamse renaissance
Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 10796
lees meer

Beschrijving

Negen eclectische panden die een ensemble vormen met een aantal huizen van het François Bossuetplein en de Warmoesstraat, alle voor eenzelfde eigenaar gebouwd volgens plannen uit 1901, op de ligging van de voormalige slachthuizen. Nr. 37 met cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. waarop datum "1902".

Telkens drie bouwlagen + souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. en twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), behalve Nr. 35, een meer classicistisch geïnspireerd pand, met drie gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Lijstgevels in rode baksteen (Nr. 21, 25 tot 29 en 37), witte baksteen (Nr. 23, 33) of bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. (Nr. 31, 35). Polychroom effect door decoratief gebruik van blauwe hardsteen of Franse steen en sgraffitoSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister). (Nr. 23, 25 en 37) of faiencetegels (Nr. 29).

Behalve Nr. 35 putEen vrije ruimte in het onderste gedeelte van de schacht waarin zich bepaalde technische onderdelen bevinden, zoals buffers en de schijf voor de snelheidsbegrenzer. de gevel inspiratie uit de Vlaamse renaissance: op puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. uitlopende hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. met dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. (Nr. 23, 29 en 37), tudor- of accoladebogenBoog bestaande uit twee in- en uitzwenkende boogdelen die bij hun snijding een spits vormen. (Nr. 25), schouderboogvormige of rondbogige deurlateien. Breed deurvenster op begane grond van hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. vaak bekroond met een balkon (Nr. 31, 37) of een erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. (Nr. 23, 27, 29 en 33). VensterLicht- en/of luchtopening in een muur. boven deur voorzien van een glasraam. Gebruik van ijzeren I-balkenIJzeren latei met I-profiel. (Nr. 29, 33). KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. (Nr. 29 tot 35) of modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst. (Nr. 21, 27).

Bronnen

Archieven
GASJ/DS/OW 6037-6038, 6095-6101 (1901).